Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2450/GV, 10 oktober 2007, beroep
Uitspraakdatum:10-10-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2450/GV

betreft: [klager] datum: 10 oktober 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift waaronder de naam is vermeld van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 augustus 2007 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Door of namens klager is aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit is als volgt toegelicht. Verwezen wordt naar hetgeen is aangevoerd in 07/2166/GB, 07/2101/GA en 07/2333/GV. De politie
adviseert negatief omdat klager de politie regelmatig benaderd zou hebben met verhalen over zijn vrouw, die niet met feiten werden onderbouwd. Klager begrijpt niet welke feiten bedoeld worden. Voor hem en zijn vrouw is het wel een feit dat ze verkracht
is. Zijn vrouw is psychisch helemaal kapot en weet niet waar ze precies hulp kan krijgen. Als extra aanvulling wordt een rapport van de contactpersoon bij het Leger des Heils overgelegd.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft zich tijdens zijn huidige detentie tot tweemaal toe onttrokken aan detentie. Het betrof een onttrekking tijdens het volgen van een penitentiair programma en daarnaast keerde hij niet terug van een aan hem verleende strafonderbreking.
Klager
hield zich tijdens het penitentiair programma niet aan de gestelde voorwaarden en voerde telkens allerlei zaken aan, die achteraf niet bevestigd konden worden of niet controleerbaar waren. Er is geen vertrouwen in een goed verloop van het verlof.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de penitentiaire inrichtingen Veenhuizen heeft in verband met twee eerdere onttrekkingen aan de onderhavige detentie negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Assen heeft aangegeven negatief te adviseren terzake van verlofverlening in verband met twee eerdere onttrekkingen.
De politie Emmen-Centrum heeft negatief geadviseerd terzake van verlofverlening.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek wegens valsheid in geschrift en oplichting en gevangenisstraffen van drie maanden en 104 dagen. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 1 november 2007.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers verlofaanvraag. Klager heeft zich gedurende de huidige detentie al tweemaal onttrokken aan de detentie. Hij was in de gelegenheid gesteld om deel te nemen aan een penitentiair programma, toen hij
zich
voor de eerste keer onttrok aan zijn detentie. Vervolgens is klager niet teruggekeerd van een aan hem verleende strafonderbreking.
De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheden een forse contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigen. Derhalve kan de beslissing van de Minister, bij afweging van
alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder a. en d. van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (van 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI), niet als onredelijk of onbillijk worden
aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. A.G. Bosch, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 10 oktober 2007.

secretaris voorzitter

Naar boven