Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1682/JA, 2 oktober 2007, beroep
Uitspraakdatum:02-10-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/1682/JA

betreft: [klager] datum: 2 oktober 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1987], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 juni 2007 van de alleensprekende beklagrechter bij de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Den Engh te Den Dolder,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 augustus 2007, gehouden in de j.j.i. Den Engh, zijn gehoord klager en [...], directeur bij voormelde j.j.i..

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de kamerplaatsing op 15 april 2007 en de daarop volgende aanpassing van het programma.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Wat het dragen van de rugtassen betreft merkt klager op dat op de terugweg alle tassen leeg waren en er twee lege tassen in de derde werden gestopt. Er was niet vooraf afgesproken wie de tas zou moeten dragen en één van de jongens droeg de tas met de
twee lege erin.
Bij terugkomst bleek één van de jongens contact te zoeken met iemand van een andere groep. Daarom werden alle jongens uitgelijnd, dat wil zeggen dat ze met de hele groep in een rechte lijn moesten staan zodat ze konden worden toegesproken. Blijkbaar
zocht de jongen weer contact met iemand van de andere groep. Vervolgens werden ze allemaal naar de kamer gestuurd.
Klager had in het geheel niet in de gaten dat er iets gebeurde wat niet was toegestaan. Vanuit de positie waar klager zich bevond kon hij het ook niet zien. Klager vraagt zich af hoe hij in zo’n geval een ander zou moeten corrigeren op zijn gedrag.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Wat er is gebeurd is een onderdeel van de opvoedmethode. De jongens moeten verantwoordelijkheden leren en ook leren verantwoordelijk te zijn voor het gedrag van anderen. Met zijn allen zijn ze dus verantwoordelijk voor het gedrag van de hele groep. Het
betrof een zogenaamd nieuwe groep. Deze jongens waren op het moment van het incident circa anderhalve maand bij elkaar. Bij relatief nieuwe groepen wordt, ten behoeve van het leerproces, de hele groep aangesproken op het gedrag van individuen.
Feitelijk is klager een ordemaatregel opgelegd.

3. De beoordeling
Vast staat dat in het onderhavige geval sprake was van een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel voor de duur van drie dagen en uitsluiting van bepaalde groepsactiviteiten.
Op grond van het bepaalde in artikel 61, eerste lid, aanhef en onder d, van de Bjj, stelt de directeur de gedetineerde in de gelegenheid te worden gehoord alvorens hij beslist over de plaatsing in afzondering. Ingevolge artikel 62, eerste lid Bjj geeft
de directeur de jeugdige van een dergelijke beslissing onverwijld schriftelijk en zoveel mogelijk in een voor hem begrijpelijke taal een met redenen omklede, gedagtekende en ondertekende mededeling. Vast staat dat niet is voldaan aan de hiervoor
genoemde wettelijke vormvoorschriften. Reeds hierom zal het beroep gegrond worden verklaard.
Klager zal de na te noemen tegemoetkoming worden toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.

Zij bepaalt dat aan klager ten laste van de directeur een tegemoetkoming toekomt van
€ 15,=.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.A. Flinterman, voorzitter, prof.dr. J. Junger-Tas en drs. B. van Dekken, leden, bijgestaan door mr. I. Lispet, secretaris, op 2 oktober 2007

secretaris voorzitter

Naar boven