Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2292/GV, 1 oktober 2007, beroep
Uitspraakdatum:01-10-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2292/GV

betreft: [klager] datum: 1 oktober 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 augustus 2007 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit heeft hij als volgt toegelicht. Klager is niet teruggekeerd van eerdere verloven in verband met zijn verslaving. Hij zit nu twee jaar
vast en heeft sindsdien niets meer gebruikt en dat is controleerbaar. Hij is bezig om naar een kliniek toe te gaan voor verdere hulp bij zijn drugsprobleem. Het klopt niet dat klagers vriendin niet zou hebben gereageerd want dat heeft ze zowel
schriftelijk als mondeling gedaan. Ook dit is controleerbaar, want ze heeft de papieren naar de inrichting gestuurd, samen met klagers verzoek voor bezoek zonder toezicht en dat is er wel aangekomen en goedgekeurd door de inrichting.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De politie rapporteerde op 4 juli 2007 over het door klager opgegeven verlofadres aan de directeur van de inrichting. In dit rapport worden vraagtekens geplaatst bij de stabiliteit van het adres. Tevens wordt gemeld dat de bewoonster in augustus 2007
gaat verhuizen. Het verlofadres is aangeschreven maar heeft niet gereageerd.

Uit de telefonische mededeling van 11 september 2007 van een medewerker van het b.s.d. van de p.i. Vught volgt dat nadien geen schriftelijke toestemming van klagers vriendin is ontvangen maar dat uit telefonisch contact tussen klagers vriendin en het
b.s.d. dat op 30 augustus 2007 heeft plaatsgevonden inmiddels is gebleken dat zij toestemming verleent aan klager om verlof door te brengen op haar adres. Het adres van klagers vriendin zal betrokken worden bij de beoordeling van een nieuwe
verlofaanvraag.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de p.i. Vught heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag omdat klager meerdere keren niet is teruggekeerd van verlof tijdens eerdere detenties, de politie twijfel heeft over de stabiliteit van het verlofadres en het
verlofadres niet gereageerd heeft.
De politie Hollands Midden, team Gouda Oost, heeft aangegeven dat het verlofadres geen bezwaar oplevert maar dat de gezinssituatie van klagers vriendin niet altijd stabiel te noemen is. Bekend is dat klagers vriendin in augustus 2007 gaat verhuizen.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van vier jaar met aftrek, wegens (gekwalificeerde) diefstal. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 13 juni 2008. Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van drie dagen en
dertien dagen hechtenis op grond van de Wet Terwee te ondergaan.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Uit de door het b.s.d. verstrekte informatie is gebleken dat klagers vriendin alsnog toestemming verleent dat klager op haar adres zijn verlof doorbrengt. De beroepscommissie is van oordeel dat de grond voor afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag
ontoereikend is nu alsnog toestemming is gegeven en geen nader onderzoek is ingesteld naar het nieuwe adres van klagers vriendin. Voorts is de enkele constatering dat klager in het verleden meerdere keren niet is teruggekeerd van verlof te vaag om
alleen daarom het verzoek af te wijzen. Het beroep zal gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing worden vernietigd. De Minister zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie
binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak. Nu de rechtsgevolgen nog ongedaan te maken zijn, zijn er geen termen voor toekenning van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Minister op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken (na ontvangst).

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 1 oktober 2007

secretaris voorzitter

Naar boven