Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0881/TA, 27 september 2007, beroep
Uitspraakdatum:27-09-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/881/TA

betreft: [klager] datum: 27 september 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van de Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 16 maart 2007 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 juli 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam is klagers raadsman gehoord. Van het horen is bijgevoegd verslag opgemaakt. Klager en het hoofd van de inrichting hebben schriftelijk laten weten
verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager niet financieel gecompenseerd wordt voor de beperkingen die hij ondervindt na zijn interne overplaatsing van de transmurale afdeling naar een afdeling in het hoofdgebouw.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager klaagt niet over de interne overplaatsing, maar over de gevolgen (beperkingen) die dit met zich meebrengt. Het hoofd van
de
inrichting vraagt zich af of de klacht beklagwaardig is. De transmurale afdeling waar klager heeft verbleven, is vanwege brandveiligheidsvoorschriften onveilig verklaard. Het gevolg hiervan is dat de bewoners van deze afdeling, waaronder klager,
(tijdelijk) moeten worden overgeplaatst. Er is in- en extern gezocht naar passende huisvesting. De inrichting kan niet voorbijgaan aan de brandveiligheid. In nadrukkelijke samenspraak met de bewoners is gekozen hen onder te brengen in het hoofdgebouw.
Er is steeds overleg met de bewoners geweest teneinde de zaken zo goed mogelijk te regelen. Het feit dat men in een gebouw verblijft en niet in een aparte woning, houdt enige ‘beperking’ in, maar deze is uiterst gering. Het gaat hierbij feitelijk om
het
door een deel van het gebouw moeten lopen naar de voordeur en het elkaar waarschuwen als er telefoon is. Deze beperkingen zijn besproken met de patiënten en men kon zich hierin vinden. De bewoners vonden een financiële compensatie echter meer passend.
Het voorstel van de inrichting om als compensatie gezamenlijk iets te ondernemen, is ingegeven doordat alle patiënten (en personeel) hinder ondervinden van de ontstane situatie. De planning voor de benodigde aanpassingen van de transmurale voorziening
is slechts éénmaal aangepast. Oorzaak hiervan was dat verzuimd is rekening te houden met het feit dat de woningen onder monumentenzorg vallen. Het aanvragen van vergunningen voor de aanpassingen duurde hierdoor langer. De verwachte opleveringsdatum is
bijgesteld tot november. De verbouwingen verlopen volgens schema.
Het is niet juist dat pas na het indienen van het beklag actie is ondernomen. De problemen die klager ondervindt bij het bereiden van maaltijden zijn onduidelijk. De afdeling waar klager tijdelijk verblijft, beschikt over een keuken die aan de eisen
voldoet. Er is een elektrisch kookplaatje geregeld nadat was gebleken dat hieraan behoefte bestond. Het probleem met de telefoon is besproken en hiervoor is een oplossing gevonden. Er zijn tijdens de behandeling van het beklag voor de beklagcommissie
en
de beroepscommissie nieuwe zaken naar voren gekomen die niet als zodanig bekend waren. Uitgangspunt is geweest de belemmeringen zoveel mogelijk te beperken. Voordien ontving men ook niet dagelijks bezoek of moest men constant bereikbaar zijn. Klager
kan
eenvoudig naar buiten. Daar zijn ze in ieder geval een groot deel van de dag, omdat de bewoners buiten werken en recreëren. In de oude situatie waren er ook belemmeringen, deze worden nu ten onrechte ‘uitgebuit’. Klager heeft niet aangegeven dat hij
specifieke of aantoonbare extra kosten heeft gemaakt.

Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Het hoofd van de Van Mesdagkliniek is van oordeel dat klager niet-ontvankelijk is in zijn beklag. Er staat volgens het hoofd van de inrichting
geen beklag open tegen een interne overplaatsing. Het beklag is echter niet gericht tegen de overplaatsing zelf, doch tegen het feit dat de overplaatsing niet vergezeld is gegaan met een voldoende compensatie, gelet op de beperkingen die klager nu
ondervindt. Klager verbleef in een transmurale voorziening en is in verband met de brandgevaarlijkheid van deze voorziening, geplaatst binnen de inrichting. Klager is door deze overplaatsing beperkt in zijn bewegingsvrijheid. Hij meent dan ook dat de
beklagcommissie hem terecht ontvankelijk heeft verklaard in zijn beklag en dit beklag gegrond heeft verklaard.
De telefonische bereikbaarheid is afgenomen. Eerst had klager de beschikking over een eigen mobiele telefoon. Nu wordt weer gebruik gemaakt van een centrale (vaste) telefoon die niet altijd goed is te horen. Het bezoek wordt weer onderworpen aan
fouillering. Klager ondervindt hinder in het onderhouden van contacten met zijn netwerk en bij het bereiden van maaltijden.
De brieven waarnaar het hoofd van de inrichting verwijst, zijn op verzoek van de beklagcommissie geschreven en hebben betrekking op de uitkomst van het overleg met de inrichting over de compensatie. De aangeboden compensatie van een gezamenlijke
Chinese
maaltijd was niet voldoende. Om die reden is de klacht doorgezet.
Klager meent dat de inrichting te lang heeft gewacht met het brandveilig maken van de transmurale voorziening en het aanpassen van de afdeling waarnaar hij is overgeplaatst. Pas nadat klager hierover had geklaagd, heeft de inrichting actie ondernomen.
Overigens is nog niets gebeurd ten aanzien van de verbouwing van de transmurale voorziening. De verwachting ten aanzien van de duur van de verbouwing is telkens bijgesteld. De overplaatsing van klager vond in november 2006 plaats; toen is de
transmurale
voorziening gesloten. Thans is de verwachting dat de verbouwing voortduurt tot het einde van dit jaar of begin volgend jaar. Klager heeft € 38,79 aan extra telefoonkosten gemaakt. Deze kosten zullen doorlopen tot het moment waarop de transmurale
voorziening weer bewoonbaar is. Klager betwist niet dat de inrichting pogingen heeft ondernomen om iets aan de situatie te doen, doch per saldo zijn zij er op achteruitgegaan, wat een compensatie rechtvaardigt.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 56, eerste lid, onder e, Bvt kan de verpleegde beklag doen over een beslissing van het hoofd van de inrichting die een beperking inhoudt van een recht, dat hem op grond van een bij of krachtens de Bvt gegeven voorschrift dan wel
enig ander wettelijk voorschrift of een ieder verbindende bepaling van een in Nederland geldend verdrag toekomt. Klager meent dat hem toekomende rechten zijn geschonden. Op grond van vaste jurisprudentie van de beroepscommissie is een beweerde
schending
van een wettelijk recht beklagwaardig. Klager kan daarom worden ontvangen in zijn klacht.

De beroepscommissie stelt vast dat in vergelijking met de situatie in de transmurale voorziening van de inrichting, de overplaatsing voor klager extra beperkingen heeft opgeleverd. Deze beperkingen hebben voornamelijk betrekking op het telefoneren en
de
toegang tot het gebouw. Gelet op de stukken en de ter zitting gegeven toelichting, is de beroepscommissie van oordeel dat deze beperkingen niet dusdanig ernstig zijn dat daardoor een aan klager toekomend recht is geschonden. Klager behoudt zijn recht
op
bezoek en het voeren van telefoongesprekken, zoals bedoeld in de artikelen 37 en 38 van de Bvt.
De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat het hoofd van de inrichting, in verband met de brandveiligheidsvoorschriften, geen andere keuze had dan klager en de overige bewoners van de transmurale voorziening naar elders over te plaatsen.
Hierbij is ook (helaas tevergeefs) gezocht naar externe huisvesting met wellicht minder beperkingen. Daarnaast is gebleken dat het hoofd van de inrichting in overleg met de bewoners heeft gezocht naar oplossingen om de gevolgen van de overplaatsing zo
beperkt mogelijk te houden. De beroepscommissie betrekt tevens in haar oordeel de nadere schriftelijke reactie van 26 juli 2007 van het hoofd van de inrichting, waarin naar voren komt dat de verbouwing van de transmurale voorziening in november zal
zijn
afgerond. De (resterende) duur van de verbouwing betreft derhalve een overzienbare periode. Hierbij is tevens van belang dat niet is gebleken dat klager door de beperkingen is geschaad in zijn behandeling en resocialisatie. Klager wordt weliswaar
geconfronteerd met extra telefoonkosten, deze zijn echter niet dermate hoog dat dit tot een andere beoordeling zou moeten leiden.

Gelet op het vorenstaande kan de uitspraak van de beklagcommissie niet in stand blijven; het beklag is ongegrond. Het beroep van het hoofd van de inrichting is gegrond.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. I.E. de Vries, voorzitter, dr. F. Koenraadt en drs. B. van Dekken, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 27 september 2007

secretaris voorzitter

Naar boven