Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1448/TA, 26 september 2007, beroep
Uitspraakdatum:26-09-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/1448/TA

betreft: [klager] datum: 25 september 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften, ingediend door mr. J.H. Rump namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 16 mei 2007 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 augustus 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord mr. J.A.M. Kwakman, kantoorgenote van klagers raadsvrouw mr. J.H. Rump, en namens het hoofd van de inrichting [...],
staffunctionaris juridische zaken, en [...], directeur behandelzaken en psychiater.
Hoewel was zorggedragen voor vervoer van klager naar de zitting, is klager niet vervoerd omdat hij heeft geweigerd een formulier “kledingsignalement” te tekenen. Aangezien op de zittingsdag vervoer op andere wijze niet mogelijk was, heeft klager zijn
raadsvrouw toestemming gegeven namens hem ter zitting het woord te voeren.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beslissingen om de aan klager opgelegde beperkingen met ingang van 13 december 2006 en 27 december 2006 te verlengen, het te laat uitreiken van de schriftelijke mededeling van de eerstgenoemde verlenging en het niet vermelden van
de duur van de laatstgenoemde verlenging..

De beklagcommissie heeft het beklag materieel ongegrond en formeel gegrond verklaard en heeft voorts bepaald dat klager geen tegemoetkoming toekomt op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het beroep ziet uitsluitend op het niet toekennen van een tegemoetkoming door de beklagcommissie. Dit is onredelijk en onbillijk, nu de
beklagcommissie
wel heeft geoordeeld dat de verlengingsbeslissing van 13 december 2006 te laat aan klager is uitgereikt en in de daaropvolgende verlengingsbeslissing is nagelaten de duur van de verlenging aan te geven. Klager ontkent dat de eerste verlenging van de
beperkingen mondeling aan hem is meegedeeld. Ook bij een formeel verzuim dient een tegemoetkoming te worden toegekend, omdat daarvan een sterker signaal naar de inrichting uitgaat. Als aan een formeel verzuim geen gevolgen worden verbonden, zal er in
dat opzicht binnen de inrichting niets veranderen.

Namens het hoofd van de inrichting is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Er is in dit geval geen aanleiding voor het toekennen van een tegemoetkoming omdat klager geheel op de hoogte was. De inrichting
is steeds met hem in gesprek geweest over de situatie waarin klager verkeert en de risico’s daarvan en de opgelegde beperkingen, mede vanwege zijn achterdocht. Naar indruk van de inrichting heeft klager een en ander goed begrepen.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Genoemd ongemak bestond voor
klager uit het te laat ontvangen van de schriftelijke mededeling van de beslissing om hem opgelegde beperkingen met ingang van 13 december 2006 te verlengen, alsmede uit onbekendheid met de duur van de vervolgens met ingang van 27 december 2006
verlengde beperkingen.
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat het niet toekennen van een tegemoetkoming voor vormverzuim in dit geval, met name gezien de problematiek van klager, waarin zijn achterdocht een prominente plaats inneemt, niet juist is. Het beroep zal dan
ook gegrond worden verklaard.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming dient te worden toegekend en stelt deze vast op € 15,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep - dat uitsluitend is gericht tegen het niet toekennen van een tegemoetkoming - gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie inzoverre en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 15,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, mr. H. Heijs en mr. drs. T.A.M. Louwe, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 25 september 2007

secretaris voorzitter

Naar boven