Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/22059/JA, 15 november 2021, beroep
Uitspraakdatum:15-11-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          21/22059/JA            

Betreft [klager]

Datum 15 november 2021

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van de Rijks Justitiële Jeugdinrichting (RJJI) De Hunnerberg te Nijmegen (hierna: de directeur)

 

1. De procedure

[klager], geboren op [geboortedatum] (hierna: klager), heeft beklag ingesteld tegen een disciplinaire straf van uitsluiting van activiteiten op 24, 25, 26 en 27 november 2020, telkens van 15:00 uur tot 21:00 uur, vanwege een positieve uitslag bij een urinecontrole op het gebruik van cannabis.

De beklagcommissie bij de RJJI De Hunnerberg heeft het beklag op 23 juni 2021 gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €5,-, voor zover niet is aangetoond dat de positieve uitslag bij de urinecontrole dezelfde persoon betreft als de aanvraag voor deze urinecontrole. De beklagcommissie heeft het beklag voor het overige ongegrond verklaard (H-2021-014). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

De directeur heeft beroep ingesteld tegen het deel van de klacht dat gegrond is verklaard.

De beroepscommissie heeft klager en zijn raadsman mr. K.H.T. van Gijssel (telefonisch) gehoord op de zitting van 13 oktober 2021 in de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht.

De directeur heeft schriftelijk laten weten niet op de zitting te verschijnen.

[…], adviseur bij de Afdeling advisering van de RSJ, was als toehoorder aanwezig.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van de directeur

De beklagcommissie heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard, omdat zij niet kan vaststellen dat het registratienummer op de urinebuizen overeenkomt met het nummer op het niet overgelegde aanvraagformulier van 19 november 2020. Daarmee staat volgens de beklagcommissie niet vast dat de (positieve) uitslag van dezelfde persoon is als de aanvraag. Hier gaat de klacht echter niet over.

Klager klaagt over het feit dat hem ten onrechte een disciplinaire straf is opgelegd, vanwege een positieve urinecontrole die is afgenomen op – de beroepscommissie leest – 19 november 2020. De uitslag van deze urinecontrole is bekend geworden op 23 november 2020 en de disciplinaire straf is een dag later op 24 november 2020 opgelegd. Daarmee staat vast dat de disciplinaire straf in ieder geval niet is opgelegd naar aanleiding van de tweede urinecontrole die pas is afgenomen op 24 november 2020. Er valt daarom niet in te zien waarom het beklag gedeeltelijk gegrond is verklaard, om de enkele reden dat de directeur het aanvraagformulier van de urinecontrole van 19 november 2020 niet heeft overgelegd.

Standpunt van klager

Klager persisteert bij zijn standpunt zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie. Er waren twee urinebuizen met verschillende codes en voor een van deze urinebuizen is hij gesanctioneerd. Klager heeft een formulier getekend waarop niet zijn geboortedatum staat. Het is daarom de vraag of het goed is gegaan met de urine-afname en de uitslag van de urinecontrole. De positieve uitslag kan ook bij een andere jeugdige horen, omdat niet met zekerheid kan worden gezegd dat klagers urine is gecontroleerd. Ook de beklagcommissie vond dit onvoldoende duidelijk.

 

3. De beoordeling

Bij klager zijn kort na elkaar twee urinecontroles afgenomen die elk een verschillend nummer hebben gekregen. De eerste urinecontrole – met etiket labnummer 798152 – vond plaats op 19 november 2020 en betrof een periodieke urinecontrole. Klager scoorde hier positief op het gebruik van cannabis. Dit labnummer en de afnamedatum van 19 november 2020 staan beide genoemd op het uitslagformulier. Klager verwart dit uitslagformulier met het aanvraag¬formulier van de tweede urinecontrole – met etiket labnummer 717336 – die plaatsvond op 24 november 2020. Klager scoorde toen negatief.

Vanwege de positieve uitslag bij de eerste urinecontrole is de disciplinaire straf opgelegd, waarover wordt geklaagd. Hoewel op het uitslagformulier van 19 november 2020 een verkeerde geboortedatum is vermeld, neemt de beroepscommissie op grond van het voorgaande aan dat klager bij deze urinecontrole positief heeft gescoord op het gebruik van cannabis. Naar het oordeel van de beroepscommissie kon de directeur op grond hiervan in redelijkheid de onderhavige disciplinaire straf opleggen.

De beroepscommissie zal het beroep van de directeur daarom gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Deze uitspraak is op 15 november 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. P. de Bruin, voorzitter, mr. E. Lucas en dr. J.G. Vinke, leden, bijgestaan door mr. M.G. Bikker, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven