Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/8707/GA en 20/16405/GA, 28 oktober 2021, beroep
Uitspraakdatum:28-10-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/8707/GA en 20/16405/GA                      

           

Betreft Klager

Datum 28 oktober 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op de beroepen van de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Nieuwegein (hierna: de directeur) en Klager (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de overname van de disciplinaire straf, van veertien dagen opsluiting in een strafcel die door de directeur van de locatie De Schie te Rotterdam aan klager is opgelegd, door de directeur van de PI Nieuwegein na overplaatsing van klager.

De beklagrechter bij de PI Nieuwegein heeft op 3 december 2020 het beklag gegrond verklaard (NM2020-1157). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

De directeur van de PI Nieuwegein heeft  tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

Klagers raadsman, mr. J.N. Hoek, heeft namens klager beroep ingesteld tegen het niet toekennen van een tegemoetkoming. Voorts heeft de raadsman aangegeven dat hij klager niet verder zal bijstaan in beroep.

De beroepscommissie heeft de heer […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de PI Nieuwegein, gehoord op de digitale zitting van 17 september 2021. Klager heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om op de digitale zitting van 17 september 2021 te worden gehoord.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van de directeur

Klager is op 23 september 2020 overgeplaatst naar de PI Nieuwegein. Op verzoek van de directeur van de locatie De Schie is de door de directeur van de locatie De Schie aan klager opgelegde disciplinaire straf door de directeur van de PI Nieuwegein overgenomen. Klager is dan ook bij binnenkomst in de PI Nieuwegein direct in een strafcel geplaatst in het kader van de verdere tenuitvoerlegging van de door de directeur van de locatie De Schie opgelegde straf. Omdat het in dit geval om de overname van een straf ging is deze beslissing niet wederom geformaliseerd. De directeur is het dan ook niet eens met de beslissing van de beklagrechter dat opnieuw een gemotiveerde schriftelijke mededeling had moeten worden opgesteld en uitgereikt aan klager. Het gaat hier immers om een straf die op verzoek van de vorige inrichting is overgenomen. Er wordt geen inhoudelijke, nieuwe beslissing over deze straf genomen. Alleen de plaats waar de straf ten uitvoer wordt gelegd is gewijzigd. Mondelinge instemming zou in dit geval dan ook moeten volstaan. Het doel van het beroep is dan ook gericht op het verschaffen van duidelijkheid omtrent de formaliteiten waar al dan niet aan voldaan moet worden bij de overname van een straf.

Standpunt van klager

Het beroep is gegrond verklaard zonder daarbij een tegemoetkoming aan klager toe te kennen. Klager verzoekt om alsnog een tegemoetkoming aan hem toe te kennen.

 

3. De beoordeling

Het beroep van de directeur

Op grond van artikel 50, vierde lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) kan een straf worden opgelegd dan wel ten uitvoer worden gelegd in een andere inrichting of afdeling dan waarin het verslag, bedoeld in het eerste lid van dat artikel, is opgemaakt. In de memorie van toelichting bij dit artikel staat dat het wenselijk kan zijn dat een gedetineerde elders wordt bestraft of dat de straf geheel of ten dele elders ten uitvoer wordt gelegd. Met name valt te denken aan een situatie waarin na een incident direct overplaatsing is gerealiseerd.

Op 21 september 2020 is door de directeur van locatie De Schie aan klager een disciplinaire straf van veertien dagen opsluiting in een strafcel opgelegd, vanwege het weigeren van opdrachten van het personeel, het uitschelden en bedreigen van het personeel alsmede wegens het uithalen naar een personeelslid. Vanwege dit voorval is klager op 23 september 2020 overgeplaatst naar de PI Nieuwegein. Klager is dus overgeplaatst voordat de straf volledig ten uitvoer was gelegd. De directeur van de locatie De Schie heeft de directeur van de PI Nieuwegein verzocht om de disciplinaire straf over te nemen. De directeur van de PI Nieuwegein heeft aan dit verzoek gehoor gegeven en heeft de straf ongewijzigd overgenomen.

De vraag die voorligt is of de overname van een ongewijzigde straf aangemerkt kan worden als een beklagwaardige beslissing waar op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw beklag tegen openstaat. De beroepscommissie beantwoordt deze vraag ontkennend. De beslissing tot oplegging van de disciplinaire straf, en de daarbij behorende verantwoordelijkheid voor de in acht te nemen formaliteiten, ligt bij de directeur van de locatie De Schie. De overname van een ongewijzigde straf hoeft dan ook niet door de directeur van de overnemende locatie op schrift te worden gesteld en klager hoeft ook niet te worden gehoord. Dit is immers al door de directeur van de locatie De Schie gedaan. Eventuele klachten omtrent de oplegging van de disciplinaire straf dienen dan ook bij de beklagcommissie van de locatie De Schie te worden ingesteld, wat klager blijkens de stukken overigens ook heeft gedaan. De omstandigheid dat klager tijdens de tenuitvoerlegging van zijn straf is overgeplaatst waarbij de straf ongewijzigd is overgenomen, merkt de beroepscommissie dan ook niet aan als een beklagwaardige beslissing waar beklag dan wel beroep tegen openstaat, nu de straf op dat moment nog loopt en op grond van de wet in beginsel volledig ondergaan dient te worden. De beroepscommissie benadrukt wel dat het in dit geval om een ongewijzigde strafovername gaat, waarbij de oorspronkelijke beslissing niet is aangepast.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in het beklag.

Het beroep van klager

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep van klager ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur (met kenmerk 20/16405/GA) gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

 

De beroepscommissie verklaart het beroep van klager (met kenmerk R-20/8707/GA) ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 28 oktober 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, F. van Dekken en J.B. Oreel, leden, bijgestaan door mr. M.S. Ferenczy, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven