Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2307/GV, 17 september 2007, beroep
Uitspraakdatum:17-09-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2307/GV

betreft: [klager] datum: 17 september 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 augustus 2007 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit heeft hij als volgt toegelicht. Klagers eerdere verlofaanvraag is afgewezen omdat volgens de politie het verlofadres bekend stond als
een huis waar wapens en verdovende middelen aanwezig zouden zijn. Op dit adres woont een goede vriendin met haar tweejarig dochtertje. Haar ex-man heeft zich, volgens deze vriendin, in het verleden beziggehouden met louche activiteiten maar hij is
inmiddels zelf gedetineerd. Het beroep tegen deze eerdere afwijzende beslissing is ongegrond verklaard. Volgens de politie geeft het nieuw opgegeven verlofadres ook problemen in de zin van artikel 4 onder j. van de Regeling tijdelijk verlaten van de
inrichting. Op dit adres zijn klagers ouders woonachtig. Een medegedetineerde, die gedetineerd is in dezelfde zaak, [...] heeft in dezelfde omgeving zijn verlofadres en dit is wel goedgekeurd. Er wordt met twee maten gemeten. Klager heeft in totaal al
drie verlofadressen aangereikt aan het b.s.d. die alle als negatief werden beschouwd. Zelfs zijn eigen adres, waar zijn vrouw en kind wonen, wordt als negatief beschouwd. Om die reden heeft klager al voortijdig de verlofaanvragen ingetrokken omdat hij
anders verlofaanvragen zou verspelen. Klager vraagt zich af of de politie misschien niet wil dat hij met verlof gaat omdat hij het stempel veelpleger met zich meedraagt. Hij heeft dan liever dat men tegen hem zegt dat hij gewoon kansloos is voor
algemeen verlof. Het zal voor klager geen reden zijn om terug te gaan in het criminele milieu maar het frustreert hem wel. Hij wil graag een andere weg inslaan en aan zijn agressieprobleem werken. Hij wordt momenteel in contact gebracht met De Waag.
Het
liefst zou hij dan ook zijn verlof doorbrengen bij vrouw en kind.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Aan klager is geen verlof verleend in verband met een negatief advies van de politie ten aanzien van het door hem opgegeven verlofadres. Het adres [...] te Den Haag is gelegen in het door B&W van Den Haag aangewezen noodgebied. Binnen een dergelijk
gebied wordt de kans op een ongestoord verlof niet groot geacht, zeker niet in het licht van de vele delicten waarvoor klager veroordeeld is geweest, te weten inbraak, drugsbezit, verkeersovertredingen, mishandeling, autodiefstal en overtreding van de
Wet wapens en munitie en de Opiumwet. De combinatie van klager, verlofadres/omgeving verlofadres zou een uitnodiging tot recidive kunnen betekenen, meer dan in een omgeving, waar geen sprake zou zijn van een noodgebied.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Zoetermeer heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De advocaat-generaal bij het ressortsparket te Arnhem heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het toekennen van algemeen verlof.
De wijkagent van de Stationsbuurt Den Haag heeft negatief geadviseerd met betrekking tot het verlofadres van klager omdat het adres is gelegen in het door B&W van Den Haag aangewezen noodgebied.

3. De beoordeling
Klager is in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden met aftrek, wegens opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 van de Opiumwet gegeven verbod. De fictieve einddatum van klagers detentie is thans 30 januari 2008.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers tweede verlofaanvraag. Hij kan in totaal vier verlofaanvragen indienen.

Klagers tweede verlofaanvraag is afgewezen omdat het door hem opgegeven verlofadres in het door B&W Den Haag aangewezen noodgebied ligt. Uit de informatie volgt niet dat is gebleken van problemen ten aanzien van dit specifieke adres, waar klager zijn
verlof wil doorbrengen. Naar het oordeel van de beroepscommissie vormt deze aanwijzing alleen onvoldoende grond om het verlof te weigeren. Door klager is gesteld en door de selectiefunctionaris is dit niet weersproken dat het verlofadres van een
medegedetineerde, die in dezelfde omgeving woonachtig is, wel is goedgekeurd. Voorts wijst de beroepscommissie op de positieve adviezen van de directeur van de gevangenis Zoetermeer en het openbaar ministerie. De beroepscommissie is van oordeel dat de
beslissing van de Minister niet op goede gronden rust en zal het beroep gegrond verklaren en de beslissing vernietigen. De Minister zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen
een
termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak. Nu de rechtsgevolgen nog ongedaan te maken zijn, zijn er geen termen voor toekenning van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Minister op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken (na ontvangst).

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 17 september 2007

secretaris voorzitter

Naar boven