Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1637/GB, 11 september 2007, beroep
Uitspraakdatum:11-09-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/1637/GB

Betreft: [klager] datum: 11 september 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.A.M. Engels, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 juni 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Alphen aan den Rijn ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 22 april 2003 gedetineerd. Hij verbleef sedert 15 december 2006 in het huis van bewaring van de KPO afdeling van het Penitentiair Selectie Centrum (PSC) te ‘s-Gravenhage. Op 18 mei 2007 is hij teruggeplaatst in de gevangenis Alphen aan
den Rijn, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is – zakelijk weergegeven – het beroep als volgt toegelicht.
Klager kan zich niet vinden in de ongegrondverklaring van het bezwaarschrift en de daaraan ten grondslag gelegde motivering. Anders dan de selectiefunctionaris aanvoert, wordt het advies van de gedragsdeskundige niet opgevolgd. In het rapport van 26
maart 2007 hebben de psychologen uitdrukkelijk gesteld: “dat een plaatsing op een behandelplek binnen het gevangeniswezen contraproductief zal werken en wellicht zelfs voor alle partijen tot negatieve en successievelijk beschadigingen zal leiden”. Het
opvolgen van dit advies zou dienen te leiden tot een plaatsing in een FPK. De FPK in Assen heeft op dit moment afwijzend gereageerd op een verzoek om opname, zulks in verband met de zwaarte van de problematiek en de duur van de behandeling ten opzichte
van de datum van de vervroegde invrijheidstelling, 5 februari 2010. De FPK wil wel volgend jaar een heraanmelding van klager heroverwegen. Klager is van mening dat een behandeling gewenst is. Hij weet niet op welke gronden hij geweigerd is door de FPK
in Assen. Hij weet niet wat de zwaarte van zijn problematiek is, terwijl hij ook niet bekend is met de verwachte duur van de behandeling. Klager is van mening dat hij een groot belang heeft bij een plaatsing in de FPK te Assen. Daardoor zou hij de
behandeling kunnen ondergaan en tevens meer contact hebben met zijn zoon. Klager is erg betrokken bij zijn zoon, die lijdt aan ADHD.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is indertijd geselecteerd voor plaatsing in de gevangenis Alphen aan den Rijn. Gelet op klagers problematiek komt het PSC uiteindelijk tot de stelling dat een plaatsing op een behandelplek binnen het gevangeniswezen contraproductief zal werken.
Er is in samenwerking met de behandelaar van De Waag gezocht naar alternatieve behandelmogelijkheden en klager is toen aangeboden aan de FPK te Assen. Dat FPK heeft vooralsnog afwijzend gereageerd maar heeft aangeboden over één jaar een heraanmelding
van betrokkene te willen heroverwegen. Gelet op het advies van het PSC en het gegeven dat het FPK op dit moment nog afwijzend staat ten opzichte van een opname, is ervoor gekozen klager te plaatsen in de gevangenis Alphen aan den Rijn

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Alphen aan den Rijn is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager heeft aangevoerd dat de beslissing van de selectiefunctionaris niet in stand kan blijven omdat deze – kortweg – geen acht heeft geslagen op het advies van het PSC, waarin kan worden gelezen dat klager in aanmerking dient te komen voor
plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis op grond van artikel 15, vijfde lid, van de Pbw in verbinding met artikel 30 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden.
Omtrent klager is gerapporteerd door het PSC. Uit die rapportage komt naar voren dat voor klager plaatsing in een behandelplek binnen het gevangeniswezen contraproductief zal werken. Klager is door het PSC aangeboden bij het FPK te Assen, welke kliniek
vooralsnog afwijzend heeft gereageerd op dat aanbod. De kliniek heeft daarbij aangeboden een aanmelding van klager na ommekomst van een jaar te willen heroverwegen. Het PSC heeft daarom geadviseerd klager terug te plaatsen naar de gevangenis Alphen aan
den Rijn, waar eerdere behandelcontacten met De Waag weer opgestart kunnen worden. Het PSC adviseert voorts om, indien het FPK bij een eventuele heraanmelding wederom negatief zou beslissen ten aanzien van een opname, een detentiefaseringstraject voor
klager op te starten.
De beslissing van de selectiefunctionaris kan, gelet op het gewicht dat daarbij is toegekend aan de in het advies van het PSC opgenomen overwegingen, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk moet worden geacht.
Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 11 september 2007

secretaris voorzitter

Naar boven