Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1532/TA, 10 september 2007, beroep
Uitspraakdatum:10-09-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/1532/TA

betreft: [klager] datum: 10 september 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 juni 2007 van de beklagcommissie bij de Prof. Mr. W.P.J. Pompekliniek te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Klager en het hoofd van de inrichting zijn uitgenodigd om ter zitting van de beroepscommissie van 3 augustus 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam te worden gehoord. Klager en het hoofd van de inrichting hebben schriftelijk
respectievelijk telefonisch laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering aan klager toestemming te verlenen om geld te besteden voor zijn zieke vader.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager verzoekt om aanhouding van de mondelinge behandeling van zijn beroep. De vader van klager gaat dood in Afrika en heeft dringend medicijnen nodig.

Het hoofd van de inrichting heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende voorgelicht en wijst het verzoek van klager om aanhouding van de mondelinge behandeling van zijn beroep af.

Op grond van artikel 40 van de Regeling verpleegden ter beschikking gestelden ligt het beheer van het geld van de verpleegde bij het hoofd van de inrichting. Deze heeft zich wat betreft het specifieke verzoek van klager bereid getoond om in afwijking
van het door de inrichting gevoerde beleid naar oplossingen te zoeken. Aan klager is “een lening” van zijn resocialisatiebedrag aangeboden en verstrekt van € 250,=. De weigering van het hoofd van de inrichting om een groter bedrag over te maken kan,
gelet op de hem toekomende beheersbevoegdheid van voornoemd artikel 40 Rvt, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, drs. J.W. van Veldhuizen en mr. Y.A.J.M. van Kuijck, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 10 september 2007

secretaris voorzitter

Naar boven