Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/22580/GV, 17 september 2021, beroep
Uitspraakdatum:17-09-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          21/22580/GV

    

Betreft [klager]

Datum 17 september 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van  [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 28 juli 2021 klagers verzoek om incidenteel verlof afgewezen.

Klagers raadsman, mr. A.S. Sewgobind, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.
 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klagers grootouders zijn op leeftijd (respectievelijk 91 en 84 jaar oud) en hebben te kampen met fysieke aandoeningen. Zij zijn daardoor niet meer in staat om klager in de Penitentiaire Inrichting (PI) te bezoeken. Dat blijkt ook uit het schrijven van hun huisarts. Klager komt, gelet op zijn strafduur en strafrestant, nog niet in aanmerking voor re-integratieverlof.

De adviezen vanuit de PI zijn positief. Uit de bestreden beslissing blijkt dat de vrijhedencommissie negatief heeft geadviseerd, maar aan klager was aanvankelijk verteld dat die ook positief had geadviseerd. De medisch adviseur bij de afdeling Individuele Medische Advisering (IMA) acht omgekeerd bezoek op medische gronden geïndiceerd. Het Openbaar Ministerie (OM) en de politie hebben geen bezwaar tegen verlofverlening. Verwezen wordt naar RSJ 19 mei 2016, 16/1307/GV.

Klagers grootouders vrezen, gelet op hun kwetsbare gezondheid en de huidige pandemie, dat zij hun kleinzoon niet meer kunnen zien en vasthouden. Zij hebben een belangrijke rol gespeeld in klagers opvoeding en ontwikkeling, mede doordat klagers vader ruim tien jaar geleden is overleden. Er is sprake van een zeer hechte band.

Klagers grootouders zijn al gevraagd om data door te geven waarop klager op bezoek zou kunnen komen. De teleurstelling over de afwijzing is dan ook groot.

Standpunt van verweerder

Verwezen wordt naar de beslissing van 3 augustus 2021 (de beroepscommissie begrijpt: de bestreden beslissing van 28 juli 2021).

Klagers verzoek is begrijpelijk, maar op grond van artikel 25 van de Regeling kan een gedetineerde slechts ‘op omgekeerd bezoek’ bij een ouder, levenspartner of kind. Vanuit de PI is aangegeven dat niet positief zou zijn geadviseerd, als de PI hiervan op de hoogte was geweest.  In RSJ 19 mei 2016, 16/1307/GV was de grootouder van de gedetineerde terminaal ziek. Daarvan is in dit geval geen sprake.
 

3. De beoordeling

Klagers situatie

Klager is geboren op [geboortedatum]. Hij is sinds 8 december 2018 gedetineerd. Hij ondergaat een gevangenisstraf van acht jaar met aftrek, wegens doodslag. De einddatum van klagers detentie is momenteel bepaald op 6 april 2024.

De regelgeving

In artikel 21 van de Regeling staat dat incidenteel verlof kan worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is.

In artikel 23 van de Regeling staat dat incidenteel verlof kan worden verleend voor een bezoek aan een in levensgevaar of ernstige psychische nood verkerende […] grootouder […] van de gedetineerde.

In artikel 25, eerste lid, van de Regeling staat dat incidenteel verlof kan worden verleend voor een bezoek aan een niet tot reizen in staat zijnde levenspartner, kind en ouder, indien deze wegens medische of psychische belemmeringen niet in staat is de inrichting te bezoeken en de gedetineerde gedurende drie maanden niet heeft kunnen ontmoeten.

Artikel 1, aanhef en onder d, is bepaald dat onder ‘ouder’ wordt verstaan: de ouder van de gedetineerde, alsmede de […] grootouder, voor zover deze gedurende een langere tijd de ouderrol heeft vervuld.

Klagers verzoek

Klager heeft verzocht om incidenteel verlof, om zijn grootouders te kunnen bezoeken. Vaststaat dat zij wegens medische belemmeringen niet in staat zijn om klager in de inrichting te bezoeken.

Klagers grootouders verkeren – voor zover de beroepscommissie bekend – niet in levensgevaar of ernstige psychische nood (artikel 23 van de Regeling). Klager kan daarom alleen incidenteel verlof krijgen voor een bezoek aan zijn grootouders, voor zover zij gedurende een langere tijd de ouderrol hebben vervuld (artikel 25, eerste lid, in verbinding met artikel 1, aanhef en onder d, van de Regeling).

Volgens klagers raadsman hebben klagers grootouders een belangrijke rol gespeeld in klagers opvoeding en ontwikkeling, (mede) doordat klagers vader tien jaar geleden is overleden. Klager was toen kennelijk zeventien of achttien jaar.

Gelet op het voorgaande is verweerder ten onrechte niet ingegaan op de vraag of klagers grootouders gedurende een langere tijd een ouderrol hebben vervuld, zoals bedoeld in de Regeling. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren en de bestreden beslissing vernietigen. Zij zal verweerder opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie ziet geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt verweerder op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

 

Deze uitspraak is op 17 september 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. D.W.J. Vinkes, voorzitter, mr. S. Djebali en mr. J.M.L. Niederer, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven