Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/8155/GB, 9 september 2021, beroep
Uitspraakdatum:09-09-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/8155/GB

               

Betreft [klager]

Datum 9 september 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft een verzoek gedaan tot overplaatsing naar de gevangenis van de Penitentiaire Inrichting (PI) Krimpen aan den IJssel of de PI Dordrecht.

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 24 september 2020 afgewezen.

Klagers raadsman, mr. T. Scheffer, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Het is wel degelijk mogelijk klager over te plaatsen naar de PI Dordrecht. Het is onjuist dat daar meerdere verdachten/betrokkenen van verschillenden kampen zouden verblijven. Ten aanzien van de stelling dat informatie van het Gedetineerden Recherche Informatiepunt (GRIP) altijd leidend dient te zijn, wordt opgemerkt dat klager in 2018 zes maanden in de PI Alphen te Alphen aan den Rijn heeft verbleven, terwijl daar meerdere gedetineerden verbleven wiens aanwezigheid zouden maken dat klager daar eigenlijk niet mocht verblijven. Pas na zes maanden werd dit duidelijk. Het GRIP heeft het dus niet altijd bij het juiste eind.

Klager heeft tevens een groot persoonlijk belang bij overplaatsing. Klager verblijft in de PI Middelburg, terwijl zijn naasten uit de omgeving van Amsterdam komen. Dit maakt het lastig om klager te kunnen bezoeken. Dat klager daar voor de coronamaatregelen wel bezoek ontving, maakt dit niet anders. Het is een dagtaak om klager te bezoeken en om die reden wordt hij veel minder vaak bezocht dan wanneer hij in een andere PI zou verblijven. Klager dient nog lange tijd in detentie te verblijven. Zijn persoonlijk belang bij het vergemakkelijken van het ontvangen van bezoek dient te prevaleren boven de belangen die in de bestreden beslissing worden genoemd.

Standpunt van verweerder

Aan de afwijzing van klagers verzoek ligt informatie van het GRIP ten grondslag. Het GRIP heeft op 14 september 2020 geadviseerd klager niet te plaatsen in de PI Krimpen aan den IJssel of de PI Dordrecht, omdat in beide inrichtingen medestanders van klager verblijven en tevens gedetineerden uit de vijandige kampen van de Mocro-Maffiagroep. Uit het dossier blijkt dat klager daar banden mee heeft. Daarnaast is klager vorig jaar in de PI Middelburg geplaatst na een overplaatsing vanuit de PI Krimpen aan den IJssel wegens onder meer een vechtpartij, waarbij klager een medegedetineerde heeft geslagen. Een terugplaatsing naar de PI Krimpen aan den IJssel ligt dan ook niet voor de hand.

Klager heeft zijn standpunt dat de informatie van het GRIP onjuist is en dat hij wel degelijk veilig in de PI Dordrecht kan worden geplaatst niet onderbouwd. Verweerder heeft geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de informatie van het GRIP.

Het is begrijpelijk dat klager dichterbij zijn familie gedetineerd wil zijn. Meerdere inrichtingen zijn voor klager echter uitgesloten en rekening houdend met deze beperkingen is klager destijds geselecteerd voor de PI Middelburg. Klager kan gelet op de GRIP-informatie niet worden overgeplaatst naar de PI Alphen, het detentiecentrum Schiphol en de locatie Norgerhaven te Veenhuizen, omdat hier gedetineerden verblijven waarmee klager niet samen geplaatst kan worden. De PI Lelystad, de PI Nieuwegein en de PI Zwolle vindt klager zelf geen optie. Er bestaan dan ook geen mogelijkheden om klager over te plaatsen naar een PI in de buurt van zijn familie.

 

3. De beoordeling

Klager verbleef tot 5 juli 2021 in de gevangenis van de PI Middelburg. Op 5 juli 2021 is klager overgeplaatst naar de PI Arnhem in het kader van het bewaren van de orde, rust en veiligheid binnen de PI Middelburg. Klager wilde vanuit de PI Middelburg graag worden overgeplaatst naar de gevangenis van de PI Krimpen aan den IJssel of de PI Dordrecht, omdat zijn familie hem dan makkelijker kan bezoeken. Klager verblijft momenteel niet in de inrichting van zijn voorkeur en heeft dus belang bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep. 

Uit het selectieadvies van 14 september 2020 blijkt dat klager sinds zijn verblijf in de PI Middelburg, vanaf 3 februari 2020, verstoken is van bezoek. Dit was mede het directe gevolg van de destijds geldende coronamaatregelen. Klager heeft wel gebruikgemaakt van de Skype-regeling om contact te onderhouden met zijn familie. Klager noemt in beroep dat het voor zijn naasten uiterst lastig is om hem in de PI Middelburg te bezoeken. De bezoekproblemen van zijn familie heeft klager echter – anders dan het in het algemeen vermelden van de reisafstand – niet onderbouwd dan wel nader gespecificeerd.

Voor wat betreft de stelling van klager dat sprake is van onjuiste informatie van het GRIP, overweegt de beroepscommissie dat deze stelling onvoldoende feitelijk is onderbouwd en ook niet op andere wijze steun vindt in het dossier. De beroepscommissie is van oordeel dat verweerder mocht uitgaan van de juistheid van deze informatie. Het GRIP acht het niet verstandig klager over te plaatsen naar de PI Dordrecht of de PI Krimpen aan den IJssel, gelet op de aanwezigheid van gedetineerden waarmee klager niet kan worden samen geplaatst.

Klager heeft, gelet op bovenstaande, geen goede redenen aangevoerd op grond waarvan hij zou moeten worden overgeplaatst. Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 9 september 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. C. Fetter, voorzitter, mr. M.F.A. van Pelt en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. A. Back, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven