Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1800/GV, 30 juli 2007, beroep
Uitspraakdatum:30-07-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/1800/GV

betreft: [klager] datum: 30 juli 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 11 juli 2007 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klaagster om haar beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klaagsters verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.

2. De standpunten
Klaagster heeft aangevoerd dat haar verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit heeft zij als volgt toegelicht. Twee jonge kinderen worden de dupe van het feit dat zij en haar partner gelijktijdig worden
gedetineerd. Klaagster heeft wel degelijk enige actie ondernomen om de zaak op te lossen, maar dit heeft tot nu toe geen resultaat opgeleverd. Het CJIB wil een uitvoerig plan voor de betalingsregeling ontvangen, onderbouwd met contracten e.d. Het wordt
haar echter onmogelijk gemaakt met haar zakenpartner te overleggen. Het is niet mogelijk om zonder overleg met haar partner een betalingsvoorstel op te stellen. Klaagster heeft voor drie weken strafonderbreking aangevraagd voor de opvang van haar
kinderen. Het heeft klaagster verbaasd dat de strafonderbreking is afgewezen. De kinderen moeten volgens de selectiefunctionaris maar uit huis worden geplaatst in een pleeggezin. Bureau Jeugdzorg kan echter geen opvang regelen.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. De kinderen van klaagster worden tijdens haar detentie en de gelijktijdige detentie van haar partner opgevangen door een buurman. De buurman zou drie weken met vakantie gaan. Dit
speelt
al vanaf 23 mei 2007. Per brief van 18 juli 2007 deelt het Bureau Jeugdzorg mede dat de buurman zijn vakantie heeft geannuleerd en gewoon bij de kinderen blijft. De buurman gaat nog vier dagen naar Duitsland. Gedurende deze periode worden de kinderen
opgevangen door hun opa en oma. De reden voor het aanvragen van strafonderbreking is hiermee komen te vervallen. Tijdens een kort geding is de vraag aan de orde gekomen of het verantwoordelijk is beide ouders tegelijkertijd in detentie te houden.
Tijdens deze procedure werd verwezen naar een uitspraak waarbij werd geoordeeld dat beide ouders niet gelijktijdig hun gevangenisstraf mogen uitzitten. Omdat thans geen sprake is van tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf, kunnen volgens het CJIB
beide ouders gelijktijdig worden gedetineerd. Er is nog geen uitspraak. In afwachting van de uitspraak zijn de kinderen opgevangen en is de situatie voor de kinderen stabiel. Wanneer er toch een uitspraak komt waarbij beide echtelieden gedetineerd
blijven zitten, gaat de Minister zoeken naar een passende oplossing voor de kinderen.

Op klaagsters verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de beperkt beveiligde inrichting voor vrouwen Ter Peel te Sevenum heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.

3. De beoordeling
Klaagster ondergaat een vervangende hechtenis van 358 dagen in verband met een aan haar opgelegde schadevergoedingsverplichting. De einddatum van klaagsters detentie is 17 juni 2008.

Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting van 24 december 1988 (nr. 733726/98/DJI) (hierna: de Regeling) kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanige bijzondere omstandigheden in de
persoonlijke sfeer, dat niet kan worden volstaan met een andere vorm van verlof.
De beroepscommissie heeft op 10 juli 2007 met nummer 07/1422/GV een eerder beroep van klaagster tegen de afwijzing van het verzoek om strafonderbreking gegrond verklaard en de Minister opgedragen een nieuwe beslissing te nemen. In de beslissing van 11
juli 2007, waarvan beroep, is het verzoek om strafonderbreking andermaal afgewezen. De Minister verwijst in zijn verweerschrift van 20 juli 2007 naar nieuwe informatie. Uit de brief van 17 juli 2007 van het Bureau Jeugdzorg Overijssel komt naar voren
dat de kinderen van klaagster worden verzorgd door de buurman. Gedurende de vier dagen dat de buurman naar Duitsland gaat, worden de kinderen verzorgd door de ouders van klaagster. De situatie is, vergeleken met de situatie die tot de eerdergenoemde
beslissing van 10 juli 2007 van de beroepscommissie heeft geleid, op een wezenlijk onderdeel gewijzigd. Thans is er voorzien in de verzorging van de kinderen. Gelet hierop is de beroepscommissie van oordeel dat een strafonderbreking van klaagster naast
het regimaire verlof dat zij geniet, niet langer noodzakelijk is.
Voor zover klaagster tevens om strafonderbreking heeft verzocht voor het opstellen van een betalingsregeling voor het CJIB, is evenmin door haar aannemelijk gemaakt dat naast het regimaire verlof, strafonderbreking noodzakelijk is. Derhalve is de
beslissing van de Minister bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet onredelijk of onbillijk. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 30 juli 2007

secretaris voorzitter

Naar boven