Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/8693/GB, 14 september 2021, beroep
Uitspraakdatum:14-09-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/8693/GB

             

Betreft [Klager]

Datum 14 september 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft een verzoek gedaan tot overplaatsing naar de gevangenis van het Justitieel Complex (JC) Zaanstad.

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 23 november 2020 afgewezen.

Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.
 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Op 28 augustus is klager omwille van de orde en veiligheid vanuit de Penitentiaire Inrichting (PI) Nieuwegein overgeplaatst naar de PI Alphen te Alphen aan den Rijn. Daar heeft klager niet om gevraagd. De belangrijkste reden voor klagers verzoek betreft zijn vriendin. Zij werkt in een ziekenhuis op een speciale afdeling, waar je niet zomaar je telefoon bij je mag hebben. Klager kan haar dus alleen in het weekend spreken en is bang dat zijn relatie met haar zal stranden.

Voorts wil klager vanwege het hoger beroep dat loopt in zijn strafzaak worden overgeplaatst naar het JC Zaanstad. Daar is een telefoon op cel beschikbaar. In de PI Alphen moet klager hemel en aarde bewegen om toegang te krijgen tot de telefooncel. Ook zijn er in het JC Zaanstad computers op de afdeling, zodat klager normaal een brief kan opstellen en printen. Dat kan helaas niet in de PI Alphen.

Standpunt van verweerder

Klagers verzoek is afgewezen, omdat aanwezige voorzieningen, zoals het hebben van een telefoon op cel, geen selectiecriterium vormen. Het al dan niet makkelijker kunnen bellen, is geen reden voor een overplaatsing. Voorts is klager gedetineerd in de PI Alphen, hetgeen is gelegen in een aanpalend arrondissement ten opzichte van zijn vestigingsadres. Het JC Zaanstad bevindt zich in een ander aanpalend arrondissement en is ook niet dichter bij Utrecht gelegen dan de PI Alphen.

3. De beoordeling

Klager verbleef ten tijde van het indienen van het verzoek in de gevangenis van de PI Alphen. Hij wil graag worden overgeplaatst naar de gevangenis van het JC Zaanstad, omdat er daar meer faciliteiten zijn die klager ten goede komen. Klager verblijft inmiddels sinds 6 juli 2021 in de gevangenis van de PI Lelystad, in het arrondissement van vestiging.

Op grond van artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden wordt een gedetineerde die tot een gevangenisstraf is veroordeeld, in beginsel in het arrondissement van vestiging geplaatst. Als daar geen plaats beschikbaar is, wordt de gedetineerde in een aanpalend arrondissement geplaatst.

In vaste jurisprudentie van de beroepscommissie is bepaald dat als een gedetineerde overgeplaatst wil worden naar een ander arrondissement, terwijl hij in het juiste arrondissement verblijft, er sprake moet zijn van bijzondere omstandigheden. In het JC Zaanstad zijn er volgens klager betere faciliteiten, te weten een telefoon op cel en computers op de afdeling.

Elke inrichting stelt op grond van de Penitentiaire beginselenwet een gedetineerde in beginsel in de gelegenheid om ten minste eenmaal per week op in de huisregels vastgestelde tijden en plaatsen en met behulp van een daartoe aangewezen toestel gedurende tien minuten een of meer telefoongesprekken te voeren met personen buiten de inrichting. Indien hiervoor de noodzaak en gelegenheid bestaat, wordt de gedetineerde in de gelegenheid gesteld om onder meer telefonisch contact met zijn advocaat te hebben. Dat klager hiertoe ruimere mogelijkheden wil krijgen, is begrijpelijk, maar vormt geen reden voor een overplaatsing. Dat klager brieven op de computer wil typen en printen, is eveneens geen reden voor een overplaatsing. De enkele omstandigheid dat er in JC Zaanstad volgens klager betere faciliteiten aanwezig zijn, is, kortom, onvoldoende zwaarwegend om te oordelen dat verweerder tot de door klager gewenste overplaatsing over dient te gaan.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is op 14 september 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. A. Jongsma en mr. M.F.A. van Pelt, leden, bijgestaan door mr. S.F.J.H. Niederer, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven