Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/5614/GA, 26 oktober 2021, beroep
Uitspraakdatum:26-10-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-19/5614/GA

    

Betreft [Klager]

Datum 26 oktober 2021

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen (hierna: de directeur)

 

1. De procedure

[Klager] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, zonder televisie, vanwege het stoken van alcohol op cel, ingaande op 12 augustus 2019.

De beklagcommissie bij de locatie Norgerhaven heeft op 17 december 2019 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €37,50 (Nh 2019-000426). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft de directeur, klager en zijn raadsman mr. R.I. Kool in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van de directeur

Het is aannemelijk dat klager bezig was met de bereiding van een alcohol bevattende substantie. Het is algemeen bekend dat brouwsels van brood, fruit en vloeistof in de inrichting gebruikt worden voor het (illegaal) stoken van alcohol. Op klagers cel is een bak aangetroffen met daarin brood en fruit, ondergedompeld in vloeistof, die nabij de achterkant van de koelkast was geplaatst waardoor de warmte die uit de koelkast komt het gistingsproces versterkt. De combinatie van warmte, suiker (fruit) en gist maakt dat het mengsel tot alcoholvorming kon leiden. Een alcoholtest is in dit soort gevallen niet nodig. Dat klager, zoals hij stelt, een milkshake wilde maken, is niet aannemelijk.

Voor het opleggen van een disciplinaire straf is het enkele vermoeden dat de gedetineerde een strafbaar feit gaat plegen onvoldoende. Klager was echter al bezig met het maken van een alcoholhoudende substantie. Het proces van gisting is hier namelijk onderdeel van.

Standpunt van klager

Door of namens klager is niet gereageerd op het beroep.

 

3. De beoordeling

In klagers cel is nabij de achterkant van zijn koelkast een grote plastic bak, met een rood plastic deksel erop, aangetroffen. In deze bak zaten vloeistof, fruit en brood. Onder deze omstandigheden heeft de directeur in redelijkheid tot de conclusie kunnen komen dat sprake was van een mengsel dat tot alcoholvorming kon leiden. Daarbij slaat de beroepscommissie acht op de inhoud van de afgesloten plastic bak, op het gegeven dat deze bak geplaatst was nabij de achterzijde van de koelkast (waar warme lucht uitkomt), kennelijk om zo het gistingsproces te versterken, en op het feit dat tijdens de celinspectie door het afdelingspersoneel werd geconstateerd dat er een nadrukkelijke geur van het gistingsproces uit de plastic bak kwam.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de beslissing van de directeur tot het opleggen van de disciplinaire straf niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 26 oktober 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter, mr. R.H. Koning en mr. D.R. Sonneveldt, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven