Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0070/TR, 16 augustus 2007, beroep
Uitspraakdatum:16-08-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/70/TR

betreft: [klager] datum: 16 augustus 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 3 januari 2007 van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 juni 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is namens de Minister en de Staatssecretaris van Justitie gehoord, [...]. Tevens was als toehoorder van het Ministerie van Justitie aanwezig,
[...].
Klager heeft bij brief van 31 mei 2007 bericht niet ter zitting te zullen verschijnen

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
Bij brief van 3 januari 2007 is klager bericht dat hij is geplaatst op de wachtlijst voor plaatsing in een tbs-inrichting.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van het Gerechtshof te
’s-Gravenhage van 26 januari 2006 veroordeeld tot 9 maanden gevangenisstraf en ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. De tbs van klager is ingegaan op 25 oktober 2006.

3. De standpunten
Klager heeft zijn standpunt verwoord in diverse brieven. Klager kan zich niet verenigen met de oplegging van zijn tbs en met een plaatsing in een tbs-kliniek. Klager zal dan ook niet meewerken aan een tbs-behandeling. Volgens klager is het hele
strafproces niet juist verlopen. Ook de door de politie opgestelde processen-verbaal zijn onvolledig en onjuist. Voorts heeft het gerechtshof niet gemotiveerd waarom tbs noodzakelijk is. De uitgebrachte pro-justitia rapportage van 20 september 2004 van
de psychiater [...] klopt niet. Er is geen multidisciplinair onderzoek verricht. Het arrest en het psychiatrisch rapport geven geen aanleiding tot behandeling in een tbs-inrichting. Er is geen bewijs van het door klager gepleegde delict en behandeling
zou niet plaats kunnen vinden, omdat er geen kans op herhaling zou zijn.

Het verweerschrift van het Ministerie van Justitie is volgens klager aanleiding voor een schriftelijke beantwoording voordat mondelinge behandeling kan plaatsvinden.
Beroep tegen de beslissing van 3 januari 2007 is noodzakelijk nu een specifieke aanduiding van de gerechtelijke uitspraak hierin ontbreekt.

Namens de Minister en de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De brief van 3 januari 2007 heeft een informatief karakter en bevat een uit een onherroepelijke rechterlijke uitspraak voortvloeiende mededeling over plaatsing op de centrale wachtlijst. Abusievelijk is de beroepsclausule in deze brief opgenomen.
Het beroep zal niet-ontvankelijk moeten worden verklaard.
Vermelding van een parketnummer is geen vereiste voor plaatsing. Voorts geven de stukken geen aanleiding tot een nadere schriftelijke procedure.

4. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende voorgelicht om thans op het beroep te beslissen. Het verzoek van klager om een nadere schriftelijke procedure wordt daarom afgewezen.

Klagers beroep richt zich tegen de hem – naar zijns inziens ten onrechte – opgelegde tbs.
De beroepcommissie is niet bevoegd te treden in de uitgesproken veroordeling door de strafrechter en de daaraan verbonden oplegging van tbs en in de waardering van de in dat kader uitgebrachte pro justitia rapportage. Klager heeft de mogelijkheid zijn
bezwaren tegen de tbs tijdens de behandeling van de verlengingsprocedure van de tbs-maatregel voor te leggen aan de rechter die over de verlenging beslist

In de brief van 3 januari 2007 heeft de Minister klager uitsluitend meegedeeld dat klager vanaf 25 oktober 2006 als tbs-passant zal worden aangemerkt en dat hij vanwege capaciteitstekort op een wachtlijst is geplaatst.
Deze mededeling is een niet voor beroep vatbare beslissing.

Derhalve kan klager niet in zijn beroep worden ontvangen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, prof. dr. F.A.M. Kortman en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 16 augustus 2007

secretaris voorzitter

Naar boven