Nummer 21/22706/SGA
Betreft [Verzoeker]
Datum 13 augustus 2021
Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [Verzoeker] (hierna: verzoeker)
1. De procedure
Verzoekers raadsman, mr. P. van de Kerkhof, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Dordrecht (hierna: de directeur) van 9 juni 2021, inhoudende “plaatsing in een gesloten inrichting onder mijn beheer, in afwachting van de schriftelijke beslissing van de selectiefunctionaris (art. 9.3 PM)”.
De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (beklagkenmerk nog onbekend).
2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.
Blijkens de beslissing van de directeur is op 10 augustus 2021 besloten verzoeker te plaatsen in een gesloten inrichting onder het beheer van de directeur, op basis van artikel 9, derde lid, (de voorzitter begrijpt: tweede lid) van de Penitentiaire maatregel (Pm). Volgens de directeur is verzoeker ingesloten in afwachting van een schriftelijke beslissing van de selectiefunctionaris. De directeur heeft een verzoek gedaan tot beëindiging van deelname aan het penitentiair programma met elektronisch toezicht, omdat verzoeker gedurende de nacht van 8 op 9 augustus 2021 telefonisch onbereikbaar was, niet aanwezig was op het conform het locatiegebod vastgestelde verblijfadres en zich op 9 augustus 2021 niet heeft gemeld bij de dagbesteding.
De voorzitter overweegt als volgt. In artikel 9, tweede lid, Pm staat limitatief opgesomd welke mogelijkheden de directeur heeft indien verzoeker één of meerdere voorwaarden van het penitentiair programma overtreedt. In deze opsomming is niet opgenomen dat de directeur verzoeker in een gesloten inrichting onder zijn beheer kan plaatsen, teneinde de schriftelijke beslissing van de selectiefunctionaris af te wachten. Gelet op het voorgaande is de directeur naar het voorlopig oordeel van de voorzitter niet bevoegd tot het nemen van de bestreden beslissing. De voorzitter zal het verzoek dan ook toewijzen.
Ten overvloede merkt de voorzitter daarbij nog op dat, indien en voor zover de directeur het aangewezen achtte verzoeker – in afwachting van de schriftelijke beslissing van de selectiefunctionaris – in te sluiten, hij verzoeker daartoe, met inachtneming van het bepaalde bij artikel 24 van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), in samenhang met artikel 23, eerste lid, van de Pbw, een ordemaatregel had kunnen opleggen.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.
Deze uitspraak is op 13 augustus 2021 gegeven door mr. A.M.G. Smit, voorzitter, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.
secretaris voorzitter