Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/6777/GA, 6 januari 2022, beroep
Uitspraakdatum:06-01-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/6777/GA      

 

Betreft [klager]

Datum 6 januari 2022

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de beslissing van 22 januari 2020 hem niet te promoveren naar het plusprogramma.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Middelburg heeft op 7 april 2020 het beklag ongegrond verklaard (MB-2020-000082). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Middelburg in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Het recht om te klagen is een fundamenteel recht. Het is onredelijk om klager hierin te beperken en op hetzelfde moment te stellen dat hij niet zoveel bij kantoor moet komen, waardoor hij minder mogelijkheden krijgt om zaken met het personeel op te lossen. Om dit te laten vaststellen in een multidisciplinair overleg, onder de verantwoordelijkheid van een partijdige directeur, is oneerlijk en schendt de rechten van klager. 

Standpunt van de directeur

De directeur heeft geen nadere reactie op het beroepschrift gegeven.

 

3. De beoordeling

Bij het nemen van een beslissing tot niet promoveren dient de directeur volgens vaste rechtspraak van de beroepscommissie het gedrag te benoemen dat tot niet-promoveren leidt en dient hij een inzichtelijke en deugdelijke belangenafweging te maken die voor klager en voor de beroeps- en de beklagcommissie kenbaar is en daarmee een beslissing die op schrift is gesteld.

Uit de stukken leidt de beroepscommissie het volgende af. Klager is eind oktober 2019 een promotie naar het plusprogramma geweigerd. Volgens de directeur vraagt klager heel veel aandacht van het personeel. Teleurstelling over de afwijzing van zijn promotie naar het plusprogramma speelt daarbij ten tijde van de klacht een rol, wat tot uiting komt in het indienen van een groot aantal klachten over vaak kleine issues. In de bestreden beslissing van 22 januari 2020 tot afwijzing van klagers verzoek voor plaatsing in het plusprogramma schrijft de directeur dat het besef om met het personeel in gesprek te gaan (naar de beroepscommissie begrijpt: in plaats van te klagen) langzaam komt. Het hoger beroep met betrekking tot de opgelegde TBS maatregel trekt ook een zware wissel op de gemoedstoestand van klager, aldus de directeur.

Het bovenstaande, zo blijkt uit de bestreden beslissing, heeft ertoe geleid dat klager opnieuw niet in het plusprogramma is geplaatst.

In deze beslissing is weliswaar klagers gedrag beschreven en welke gedragingen hebben geleid tot de beslissing klager niet te promoveren, maar het is onduidelijk hoe dit gedrag moet worden gekwalificeerd. Het is hiermee niet duidelijk of zijn gedrag valt onder de destijds geldende categorieën ‘dit kan beter-gedrag’ (oranje) of ´ongewenst gedrag´ (rood) in het toetsingskader ‘stimuleren en ontmoedigen’. De beroepscommissie overweegt dat in een dergelijke beslissing duidelijk moet worden weergegeven op grond van welke gedragskleur een gedetineerde niet in aanmerking komt om te promoveren. 

Gelet hierop is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing onvoldoende zorgvuldig tot stand is gekomen. Gelet op het vorenstaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. De beroepscommissie zal aan klager een tegemoetkoming toekennen van €40,-.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaar het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van €40,-.

Deze uitspraak is op 6 januari 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, mr. R.H. Koning en mr. D.R. Sonneveldt, leden, bijgestaan door mr. D. Boessenkool, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven