Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/6271/GA, 7 oktober 2021, beroep
Uitspraakdatum:07-10-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/6271/GA     

           

Betreft [klager]

Datum 7 oktober 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld, omdat:

a.  hij te lang heeft moeten verblijven in het arrestantenregime (2019/651);

b.  hij vijfmaal heeft verzocht om contact met de casemanager, maar de casemanager hier niet op heeft gereageerd (2019/652).

 

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Lelystad heeft op 17 februari 2020 de klachten gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €20,- voor beklag a. Voor beklag b is geen tegemoetkoming toegekend. De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

 

Klager heeft beroep ingesteld tegen de hoogte van de tegemoetkoming inzake beklag a en tegen het niet toekennen van een tegemoetkoming inzake beklag b.

 

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Lelystad (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De tegemoetkoming die aan klager is toegekend is te laag. Klager verzoekt een compensatie van € 65,- per dag, nu hij door grove nalatigheid van de inrichting 25 dagen te lang in de het arrestantenregime heeft moeten verblijven. Verder heeft klager diverse briefjes ingediend bij de casemanager om hem te spreken, maar daar is nooit op gereageerd. De beklagrechter overweegt ten onrechte dat er sprake is van gebrekkige communicatie. Er heeft namelijk geen communicatie plaatsgevonden. 

 

Standpunt van de directeur

De directeur heeft zich op het standpunt gesteld dat de uitspraak van de beklagrechter dient te worden bevestigd en dat klagers beroep ongegrond dient te worden verklaard.

 

3. De beoordeling

Beklag onder a

De beroepscommissie kan zich verenigen met de tegemoetkoming die de beklagrechtechter aan klager heeft toegekend. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

 

Beklag onder b

De beroepscommissie kan zich niet verenigen met het achterwege blijven van een tegemoetkoming. Klager voert aan dat hij meerdere malen een verzoekbriefje heeft ingediend om in contact te treden met de casemanager, maar dat daar niet op is gereageerd. Volgens de directeur is dat te wijten aan de verhoogde werkdruk. Klager heeft last ondervonden van het uitblijven van een reactie. Anders dan de beklagrechter is de beroepscommissie van oordeel dat voor het door klager ondervonden ongemak, dat niet meer ongedaan kan worden gemaakt, een tegemoetkoming op zijn plaats is. Dat geen sprake is van onomkeerbare schade, maakt dit niet anders. Dit heeft slechts tot gevolg dat geen schadevergoedingsaspecten bij de hoogte van de tegemoetkoming zullen worden betrokken. Het beroep zal dan ook in zoverre gegrond worden verklaard en aan klager zal een tegemoetkoming worden toegekend van €7,50.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake beklag a ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter. De beroepscommissie verklaart het beroep inzake beklag b gegrond en vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €7,50.

 

Deze uitspraak is op 7 oktober 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, mr. R.H. Koning en mr. D.R. Sonneveldt, leden, bijgestaan door mr. D. Boessenkool, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven