Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1206/GB, 15 augustus 2007, beroep
Uitspraakdatum:15-08-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/1206/GB

Betreft: [klager] datum: 15 augustus 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Hoekzema, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 april 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 24 oktober 2005 gedetineerd. Hij verblijft in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) locatie Amerswiel te Heerhugowaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Het verzoek tot plaatsing in een z.b.b.i. is afgewezen omdat klager een kandidaat is van het Programma Terugdringen Recidive (TR) en er geen accoord is met de trajectbegeleider TR. Het bureau TR verplicht klager om zware medicatie te slikken, waar hij
het niet mee eens is en waar volgens klager geen diagnose voor is gesteld. Op basis van een simpele test wordt klager verplicht anti-psychotica te slikken. Daarnaast heeft één en ander veel vertraging opgelopen door wisselingen van begeleider(s) en de
slechte bereikbaarheid van het bureau TR.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Het verzoek is afgewezen omdat dit door klager zelf is ingediend zonder dat hij heeft gewacht op de uitkomsten van het bureau TR. Vervolgens ontbreekt in deze fase, waarbij klager niet rechtstreeks maar in het kader van een gestapeld traject in een
z.b.b.i. geplaatst kan worden, de rapportage van TR en het adviesplan penitentiair programma (p.p.) van de reclassering. Op of omstreeks 26 april 2007 zou er een evaluatiemoment zijn. Klager heeft hierop niet willen wachten en heeft zelf een verzoek
gestuurd. Dit verzoek is afgewezen omdat het bureau TR er geen visie op heeft gegeven en onduidelijk is hoe het staat met het recidivegevaar als klager in een z.b.b.i. zou worden geplaatst.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, komen voor plaatsing in een z.b.b.i. in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico vormen, aan wie een
vrijheidsstraf van ten minste zes maanden is opgelegd, ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, geen veroordelingen tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan € 226,= hebben openstaan, een strafrestant hebben
van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. De beslissing van de selectiefunctionaris houdt verband met de plannen voor een TR-traject voor klager. Gelet op de omstandigheden zoals die waren ten tijde van het nemen van die beslissing, heeft de selectiefunctionaris in redelijkheid, gelet
op de onder 3.2 opgesomde gronden, tot die beslissing kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. G.J. Fleers en mr. A.G. Bosch, leden, in tegenwoordigheid van D.C. Carsten, secretaris, op 15 augustus 2007

secretaris voorzitter

Naar boven