Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2176/SGA, 17 augustus 2007, schorsing
Uitspraakdatum:17-08-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/2176/SGA

Betreft: [klager] datum: 17 augustus 2007

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Zuyderbos te Heerhugowaard.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie van 13 augustus 2007, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf van
zeven
dagen opsluiting in een strafcel, geheel voorwaardelijk, in afwachting van de uitslag van een herhalingsonderzoek naar aanleiding van een positieve urinecontrole.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van de secretaris van de beklagcommissie van 16 augustus 2007 en van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 16 augustus 2007.

1. De beoordeling
Uit de inlichtingen van de secretaris van voormelde beklagcommissie komt naar voren dat (nog) geen klaagschrift van verzoeker is ontvangen. Verzoeker heeft in zijn schorsingsverzoek te kennen gegeven een klaagschrift te hebben ingediend. De ervaring
leert dat het enige dagen kan duren voor een klaagschrift bij de beklagcommissie ontvangen is. Gezien het voorstaande acht de voorzitter aannemelijk dat een klaagschrift is ingediend zodat verzoeker zal worden ontvangen in zijn verzoek.

Uit de inlichtingen van de directeur komt naar voren dat de opgelegde disciplinaire straf voorwaardelijk is opgelegd en dat de tenuitvoerlegging daarvan afhankelijk is gesteld van de uitslag van het herhalingsonderzoek.

Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter heeft de directeur, door de disciplinaire straf voorwaardelijk op te leggen en de tenuitvoerlegging daarvan afhankelijk te stellen van de uitslag van het herhalingsonderzoek, geen juiste toepassing gegeven
aan het bepaalde in artikel 8 van de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen. Op grond van het bepaalde in dat artikel had de directeur een onvoorwaardelijke disciplinaire straf op moeten leggen. De tenuitvoerlegging van die onvoorwaardelijk
opgelegde disciplinaire straf wordt vervolgens, gedurende de duur van het herhalings- of bevestigingsonderzoek, van rechtswege opgeschort. Nu de beslissing tot oplegging van de bestreden disciplinaire straf thans nog niet ten uitvoer wordt gelegd, zal
het verzoek niet tot het door verzoeker beoogde resultaat kunnen leiden. Verzoeker heeft daarom nog geen belang bij een toewijzing van het verzoek zodat het verzoek daarom moet worden afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. Y.A.J.M. van Kuijck, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 17 augustus 2007.

secretaris voorzitter

Naar boven