Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/22136/GV, 19 juli 2021, beroep
Uitspraakdatum:19-07-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          21/22136/GV

           

Betreft [klager]

Datum 19 juli 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 6 juli 2021 klagers verzoek om incidenteel verlof afgewezen.

 

Klagers partner, […], heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

 

Klagers raadsman, mr. T. Scheffer, heeft zich nadien gesteld en het beroep nader toegelicht.

 

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klagers partner zal op 20 juli 2021 met behulp van een sectio bevallen. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in een nieuw advies laten weten dat er geen bezwaar bestaat tegen zowel het bijwonen van de bevalling als tegen een kraambezoek daarna, mits de inrichting kan zorgen voor transport/begeleiding. Klager is nog niet veroordeeld. Hij is niet gewelddadig en niet vluchtgevaarlijk. Hij heeft zichzelf gemeld op het politiebureau. Het ziekenhuis heeft geen bezwaar tegen klagers aanwezigheid.

 

Niet valt in te zien waarom de ernst van de verdenking zonder meer tot een afwijzing zou moeten leiden. Datzelfde geldt voor de gevreesde maatschappelijke onrust, temeer nu de maatschappij niet hoeft te worden geïnformeerd over een incidenteel verlof voor het bijwonen van een bevalling. Het gaat niet om een schorsing voor een lange periode.

 

Uit de stukken blijkt niet waarom het bijwonen van de bevalling onder begeleiding niet mogelijk zou zijn. Klagers raadsman heeft de ervaring dat ook aan gedetineerden die van de heftigste feiten worden verdacht, incidenteel verlof wordt verleend, zolang het persoonlijke belang maar evident is. Dat belang is in klagers geval onmiskenbaar aanwezig. Juist nu de keizersnede gepland is, is het goed mogelijk om de bevalling onder begeleiding bij te wonen.

 

Standpunt van verweerder

Klager wordt verdacht van het plegen van een liquidatie, van het voorhanden hebben van een wapenarsenaal en van wapenhandel. Het betreft een mediagevoelige zaak.

 

Verwezen wordt naar de adviezen van het OM en van de vrijhedencommissie. Toen verweerder de bestreden beslissing nam, was van het OM alleen het advies van 20 juni 2021 bekend. Het verzoek was enkel gericht op het bijwonen van de bevalling en niet op een bezoek na afloop. Het is begrijpelijk dat klager de bevalling van zijn partner wil bijwonen. Gelet op de feiten waarvan klager wordt verdacht en op de mediagevoeligheid, behoort verlof echter niet tot de mogelijkheden. Verlof zou maatschappelijke onrust teweeg kunnen brengen.

 

De Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O) is verantwoordelijk voor het begeleiden van verloven. Zij begeleiden echter geen gedetineerden die de bevalling van hun partner willen bijwonen. Het bijwonen van de bevalling onder begeleiding, behoort daarom niet tot de mogelijkheden. Klager zou een nieuw verzoek kunnen indienen om een begeleid kraambezoek af te mogen leggen. Hij heeft bij zijn casemanager aangegeven dat hij dit verzoek zal indienen, hoewel zijn voorkeur uitgaat naar het bijwonen van de bevalling. Daarnaast heeft klager een verzoek ingediend om de bevalling bij te wonen via een beeldverbinding.

 

Uitgebrachte adviezen

De directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Lelystad heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, omdat de ernst van de verdenkingen zich verzet tegen elke vorm van invrijheidstelling van klager. Dat zou maatschappelijk niet uit te leggen zijn, zelfs niet in verband met het bijwonen van de geboorte van een kind.

 

Het OM heeft op 20 juni 2021 negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, omdat het tijdelijk verlaten van de inrichting ‘volstrekt niet past’ bij de feiten waarvan klager verdacht wordt. De zorg voor klagers partner zal op een andere wijze moeten worden georganiseerd. Op 5 juli 2021 heeft het OM laten weten dat het zich niet verzet tegen een incidenteel verlof voor het bijwonen van de bevalling of een kraambezoek, als de inrichting beveiligd transport/begeleiding kan regelen. In nadere reacties heeft het OM toegelicht niet te kunnen instemmen met een ‘tamelijk onbepaald verlof’, waaronder de verzorging door klager van zijn partner na afloop van de bevalling, maar ‘minder negatief’ te staan tegenover een kortdurend verlof. Daarbij is het volgens het OM met name van belang dat dit ‘om veiligheidsredenen uitvoerbaar moet kunnen zijn’.

 

3. De beoordeling

Klager is sinds 16 maart 2021 gedetineerd. Hij is voorlopig gehecht, omdat hij wordt verdacht van moord en van het voorhanden hebben van en handelen in wapens.

 

Op grond van artikel 21, eerste lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) kan incidenteel verlof worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is.

 

Klager heeft verzocht om incidenteel verlof, om de bevalling van zijn partner bij te wonen. Deze is gepland op 20 juli 2021 (door middel van een keizersnede).

 

Strafonderbreking of incidenteel verlof?

In beginsel kan voor het bijwonen van een bevalling strafonderbreking worden verleend (artikel 36 van de Regeling). Strafonderbreking is echter niet mogelijk voor voorlopig gehechte gedetineerden. Bovendien kan strafonderbreking alleen worden verleend, indien niet kan worden volstaan met een andere vorm van verlof (artikel 34 van de Regeling). Nu de bevalling van klagers partner gepland is, kan in dit geval worden volstaan met incidenteel verlof (dat op dezelfde dag begint als eindigt, zoals bepaald in artikel 21, vierde lid, van de Regeling). Klagers belang daarbij is in beginsel gegeven. Partijen zijn het daar ook over eens.

Gevaar voor maatschappelijke onrust

Klagers verzoek is afgewezen, omdat het verlof zou kunnen leiden tot maatschappelijke onrust (artikel 4, aanhef en onder i, van de Regeling). Deze inschatting wordt gebaseerd op de ernst van de feiten waarvan klager wordt verdacht en de (lokale) media-aandacht die dit (recent) met zich mee heeft gebracht. Gelet hierop en nu ook het – uiteindelijke – advies van het OM strekt tot het toestaan van het verzochte verlof, mits dit begeleid/bewaakt plaatsvindt, heeft verweerder zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat begeleiding en/of bewaking is aangewezen.

 

Onmogelijkheid van begeleiding en/of bewaking

Verweerder heeft vervolgens gesteld dat begeleiding of bewaking (door de DV&O, zoals gebruikelijk) niet mogelijk is. De beroepscommissie kan dit navolgen. Weliswaar is in artikel 21, tweede lid, van de Regeling bepaald dat incidenteel verlof onder begeleiding of bewaking kan plaatsvinden, maar de aard van het verlof maakt begeleiding of bewaking in dit geval praktisch onuitvoerbaar (vergelijk RSJ 18 november 2015, 15/3255/GV).

 

Conclusie

Nu begeleiding en/of bewaking van klager is aangewezen, maar niet kan worden gerealiseerd, kan de bestreden beslissing – bij afweging van alle in aanmerking komende belangen – niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 19 juli 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D. van der Sluis, voorzitter, F. van Dekken en mr. D.W.J. Vinkes, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven