Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1429/GA, 14 augustus 2007, beroep
Uitspraakdatum:14-08-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/1429/GA

betreft: [klager] datum: 14 augustus 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. drs. C.G. Matze, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 1 juni 2007 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.) De Boschpoort te Breda,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormeld h.v.b. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw, mr. drs. C.G. Matze, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager wil graag als getuige optreden tijdens het huwelijk van zijn broer. Dit huwelijk is al sinds vorig jaar gepland. Het huwelijk vindt plaats op
15
juni 2007. Klager zit momenteel in voorarrest wegens openlijke geweldpleging. Het argument dat het delict en de bruiloft in dezelfde gemeente plaatsvinden, is onjuist. Het incident heeft plaatsgevonden in St. Willebrord. De huwelijksvoltrekking vindt
plaats in Roosendaal. Tijdens de zitting van de beklagcommissie bleek dat de directeur van de inrichting vooral problemen voorzag met het huwelijksfeest omdat dat een gelegenheid is waar drank wordt gebruikt. De ervaring leert dat het daarna met de
terugkeer van gedetineerden naar de inrichting niet altijd even goed verloopt. Klager heeft daarop besloten het verzoek tot bijwoning van het huwelijksfeest te laten vervallen en om toestemming gevraagd alleen aanwezig te mogen zijn bij de
huwelijksplechtigheid in het stadhuis en het daaropvolgende familiediner. Tijdens de huwelijksvoltrekking zal er geen alcohol worden geschonken. De directeur heeft beloofd naar dit nieuwe verzoek te kijken, maar wijdt in zijn beslissing van 1 juni 2007
geen overweging aan het gewijzigde verzoek. Ondanks het zeer positieve advies van de inrichting is het verzoek afgewezen. Indien klager niet in de gelegenheid wordt gesteld het huwelijk bij te wonen, zal dit tot veel emotionele schade leiden bij zijn
ouders en broer. Klager zal levenslang niet op de trouwfoto’s staan. Op korte termijn een huwelijk uitstellen is een absurde suggestie. Het is volstrekt overbodig dat er bewaking in de trouwzaal aanwezig moet zijn. Zodra de plechtigheid begint, worden
de deuren gesloten. De bewakers kunnen dan voor de deur posten. Het meesturen van bewakers is overigens niet nodig, aangezien klager niet vluchtgevaarlijk is.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. De uitspraak van de beklagcommissie is een juiste beslissing. Incidenteel verlof is mogelijk in de in de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting genoemde gevallen. Hij gaat hierbij om zeer
belangrijke gebeurtenissen in de persoonlijke levenssfeer van de gedetineerde. In de niet genoemde gevallen past grote terughoudendheid teneinde onduidelijkheid in criteria en rechtsongelijkheid te voorkomen. De consequentie van de weigering dat klager
levenslang niet op de trouwfoto’s zal staan, is eenmaal inherent aan het gedetineerd zijn. Dit is niet zodanig zwaarwegend dat weigering van incidenteel verlof een niet-humane bejegening zou opleveren. Tot slot treft het beroep geen doel omdat het
huwelijk inmiddels op 15 juni 2007 is gesloten.

3. De beoordeling
Krachtens artikel 21 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling), kan incidenteel verlof worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid
noodzakelijk is. Incidenteel verlof kan indien nodig onder begeleiding of bewaking plaatsvinden. In de toelichting bij artikel 21 staat dat, hoewel de meest gangbare gronden voor het verlenen van incidenteel verlof in de artikelen 23 t/m 31 van
voormelde Regeling zijn opgesomd, niet wordt uitgesloten dat ook andere gebeurtenissen aanleiding kunnen vormen voor het verzoeken om en het verlenen van incidenteel verlof.

Klager heeft verzocht om incidenteel verlof om als getuige de bruiloft van zijn broer bij te wonen. De beroepscommissie is van oordeel dat geen sprake is van een gebeurtenis in de persoonlijke sfeer van klager als bedoeld in artikel 21 van de Regeling,
waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is. De afwijzing van klagers verlofaanvraag is, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk. Het beroep is derhalve ongegrond.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 14 augustus 2007

secretaris voorzitter

Naar boven