Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/22093/SGV, 7 juli 2021, schorsing
Uitspraakdatum:07-07-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          21/22093/SGV

      

Betreft [Verzoeker]

Datum 7 juli 2021

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [Verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

Verzoeker vraagt om schorsing van de onmiddellijke invoering van de nieuwe verlofregeling die voortvloeit uit de Wet straffen en beschermen, voor zover die per 1 juli 2021 inwerking is getreden.

 

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de Minister voor Rechtsbescherming op het schorsingsverzoek en van het beroepschrift.

 

2. De beoordeling

De voorzitter merkt op dat in eerste instantie niet duidelijk was waartegen (en daardoor niet duidelijk was tegen wie) het schorsingsverzoek was gericht. Derhalve is abusievelijk om een reactie van de directeur gevraagd. Echter is uit het e-mailbericht van verzoeker van 3 juli 2021 gebleken dat het schorsingsverzoek zich niet tegen een beslissing van de directeur richt maar dat verzoeker wenst op te komen tegen de beslissing van de Minister voor Rechtsbescherming om de nieuwe verlofregeling, die voortvloeit uit de Wet straffen en beschermen, al per 1 juli 2021 toe te passen.

 

Volgens verzoeker is het op dit moment niet mogelijk om kortdurend dan wel langdurig verlof aan te vragen en te krijgen. Volgens verzoeker komt dit doordat de juiste formulieren om verlof aan te vragen er nog niet zijn en omdat de rekentool, om te beoordelen of iemand recht heeft op verlof, nog niet op de juiste wijze werkt. Verzoeker verzoekt om de onmiddellijke ingang van de nieuwe verlofregeling die voortvloeit uit de Wet straffen en beschermen te schorsen tot het moment waarop alles goed geregeld is.

 

De voorzitter overweegt dat tegen een wijziging van de regelgeving als zodanig geen beklag dan wel beroep openstaat. Hetzelfde geldt voor het (vermeende) gebrek aan overgangsrecht. Nu verzoeker om schorsing vraagt van de per 1 juli 2021 in werking getreden verlofregeling dient verzoeker niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn verzoek.

 

3. De uitspraak

De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.

 

Deze uitspraak is op 7 juli 2021 gegeven door mr. R.H. Koning, voorzitter, bijgestaan door mr. M.S. Ferenczy, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven