Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/22165/SGA, 13 juli 2021, schorsing
Uitspraakdatum:13-07-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          21/22165/SGA

               

Betreft [Verzoeker]

Datum 13 juli 2021

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [Verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

Verzoeker vraagt om schorsing van – zo begrijpt de voorzitter – de beslissing van de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Dordrecht (hierna: de directeur), inhoudende het niet toekennen van langdurend re-integratieverlof.

 

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie dat het schorsingsverzoek zal worden ingeschreven als klaagschrift (beklagkenmerk PD-2021-396).

 

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht.

 

Op 1 juli 2021 is de Wet straffen en beschermen in werking getreden, op grond waarvan de Zeer Beperkt Beveiligde Inrichting (ZBBI) per die datum als zodanig is verdwenen en is vervangen door de Beperkt Beveiligde Afdeling (BBA). Uit het verzoekschrift komt naar voren dat verzoeker tot 1 juli 2021 in de ZBBI van de PI Dordrecht verbleef en dat aan hem (tot 1 juli 2021) regimair verlof was toegekend. De voorzitter overweegt dat aan verzoeker geen aan het regime van de ZBBI verbonden regimair verlof meer kan worden toegekend, als gevolg van zijn, verzoekers, van rechtswege overplaatsing naar een BBA. Uit de schriftelijke inlichtingen van de directeur volgt dat aan verzoeker wel re-integratieverlof voor extramurale arbeid is toegekend.

 

Anders dan verzoeker stelt, kan naar het voorlopig oordeel van de voorzitter niet uit de antwoorden van de Minister voor Rechtsbescherming (van 21 juni 2021) worden afgeleid dat verzoeker van rechtswege langdurend re-integratieverlof zal worden toegekend omdat hij voor 1 juli 2021 in een ZBBI verbleef.

 

Voorts overweegt de voorzitter – wat er verder ook zij van de inhoud van de bestreden beslissing om aan verzoeker geen langdurend re-integratieverlof toe te kennen – dat verzoeker (nog steeds voorlopig oordelend) geen belang heeft bij een toewijzing van het verzoek, omdat dit niet kan leiden tot het beoogde resultaat, namelijk de toekenning van langdurend re-integratieverlof. Daarvoor zou een nieuwe beslissing moeten worden genomen en de voorzitter is niet bevoegd om de directeur op te dragen een nieuwe beslissing te nemen of om te bepalen dat deze uitspraak daarvoor in de plaats treedt (zoals bedoeld in artikel 68, derde lid, onder a. en b., van de Pbw).

 

Nu verzoeker geen belang heeft bij een toewijzing, zal de voorzitter het verzoek afwijzen.

 

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek af.

 

Deze uitspraak is op 13 juli 2021 gegeven door mr. M. Keppels, voorzitter, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven