Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1227/GA, 30 juli 2007, beroep
Uitspraakdatum:30-07-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/1227/GA

betreft: [klager] datum: 30 juli 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van het huis van bewaring/ISD (h.v.b.) Amsterdam,

gericht tegen een uitspraak van 26 april 2007 van de alleensprekende beklagrechter bij voormeld h.v.b./ISD, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 juli 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam, is [...], unit-directeur bij voormeld h.v.b. gehoord.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, en zijn raadsvrouw op behoorlijke wijze zijn opgeroepen, zijn zij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft – voor zover in beroep aan de orde – een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel, voor de eigen veiligheid in verband met de mishandeling van klager, in afwachting van
overplaatsing naar een andere inrichting.

De beklagrechter heeft het beklag in zoverre gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en aan klager een tegemoetkoming toegekend
van € 100,=.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is in verband met zijn eigen veiligheid in afzondering geplaatst. Uiteindelijk heeft hij slechts drie dagen in die afzondering verbleven, waarna hij is overgeplaatst naar Demersluis. Klager, die een fanatiek ADO-Den Haag supporter is, ging met
een ADO-shirt de lift in, waarin zich verscheidene Ajax-supporters bevonden. Daar is een handgemeen ontstaan met een medegedetineerde. Die medegedetineerde is, zoals veel in de p.i. Amsterdam verblijvende gedetineerden, Ajax-aanhanger. Aan die
medegedetineerde is naar aanleiding van het voorval in de lift een disciplinaire straf opgelegd gekregen van veertien dagen opsluiting in een strafcel. Niet echt duidelijk is geworden wat het aandeel van de betrokkenen is geweest. Helaas waren er geen
camera’s in de lift waar één en ander gebeurde.

Klager noch zijn raadsvrouw heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep toegelicht.

3. De beoordeling
De beslissing van de beklagrechter kan niet in stand blijven. Vastgesteld kan worden dat klager in de inrichting – door het dragen van een ADO-Den Haag shirt – in zekere mate de aanleiding heeft gevormd voor de jegens hem gepleegde mishandeling. Gelet
op de getalsmatige verhouding tussen klager en zijn belagers, heeft de directeur enerzijds op goede gronden kunnen beslissen klager voor te dragen voor overplaatsing naar een andere inrichting en anderzijds om klager, tot het moment van feitelijke
overplaatsing voor zijn eigen veiligheid in afzondering op eigen cel te plaatsen. De bestreden beslissing van de directeur moet daarom – bij afweging van alle in aanmerking komende belangen – niet onredelijk of onbillijk worden geacht. Het beroep zal
daarom gegrond worden verklaard.

De beroepscommissie overweegt nog het volgende. Op grond van het bepaalde in artikel 24, eerste lid, van de Pbw, duurt de afzondering ten hoogste twee weken. Ingevolge lid 3 van dat artikel kan de directeur de afzondering telkens voor ten hoogste twee
weken verlengen.
In de schriftelijke mededeling van onderhavige ordemaatregel is de duur daarvan niet bepaald. Dit betreft een formeel gebrek. Nu evenwel de ordemaatregel na drie dagen is beëindigd, ziet de beroepscommissie in dit geval geen aanleiding voor een
gegrondverklaring van het beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, L. Diepenhorst en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 30 juli 2007.

secretaris voorzitter

Naar boven