Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/282/TA, 14 augustus 2007, beroep
Uitspraakdatum:14-08-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/282/TA

betreft: [klager] datum: 14 augustus 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van de Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 31 januari 2007 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 juli 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Overijssel te Zwolle, zijn gehoord mr. N.A. Heidanus, raadsman van klager, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], staffunctionaris
juridische
zaken, en [...], afdelingsmanager.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de inbeslagneming van een harde schijf op 7 mei 2006.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft zonder overleg met en toestemming van het personeel een aantal artikelen voor zijn computer, waaronder een harde schijf, aangeschaft. Waarschijnlijk via externen, nu voor die artikelen geen geld van zijn rekening in de inrichting is
afgeschreven. Wel is invoer gevraagd door klager en toegestaan door het personeel. Het personeel was kennelijk niet voldoende op de hoogte van het geldende beleid. Bij screening van klagers computer in januari 2005 had de afdelingsmanager op grond van
het geldende beleid de harde schijf in beslag moeten nemen, maar deze was zich daarvan niet bewust omdat deze dacht dat die schijf op reguliere wijze was verkregen. Deze manager heeft bij screening van klagers computer op 7 mei 2006, na confrontatie
met
het feit dat die schijf behoort tot op de lijst vermelde niet toegestane hardware van het Protocol computerapparatuur, audiovisuele- en communicatiemiddelen, alsnog de harde schijf in beslag genomen en in het magazijn opgeslagen.
Vergissingen van het personeel moeten rechtgezet kunnen worden. De beklagcommissie zegt ook niet dat de harde schijf aan klager moet worden teruggegeven, maar wel dat een tegemoetkoming moet worden verstrekt vanwege gewekt vertrouwen. Volgens de
inrichting kan er echter geen sprake zijn van een verworven recht, omdat de aanschaf van de harde schijf buiten de inrichting om is gegaan. Klager heeft voor de aanschaf daarvan geen toestemming gevraagd. Door de inrichting wordt aangenomen dat klager
wist dat hij die toestemming niet zou krijgen. De indruk bestaat dat klager misbruik van de situatie heeft gemaakt. Klager is goed op de hoogte van wat wel en wat niet kan in de inrichting. De huisregels zijn beschikbaar op de afdelingen en de
bibliotheek. Daarin wordt verwezen naar het genoemde protocol. Dit is een document voor het personeel met veel technische informatie. Er is een apart hoofdstuk voor patiënten. Als een patiënt voor aanschaf van een goed met het personeel overlegt, wordt
de op dat moment actuele situatie met hem doorgenomen.

Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Er is geen sprake van dat klager op slinkse wijze de harde schijf heeft aangeschaft en ingevoerd. Klager was te goeder trouw. Klager is er echt van overtuigd dat hij de harde schijf mocht kopen en invoeren. Aanschaf zonder toestemming zou een enorm
risico voor hem zijn geweest. Klager heeft de harde schijf legaal aangeschaft en ingevoerd, waarna hij deze lange tijd heeft mogen gebruiken. Als de inrichting daarbij een fout heeft gemaakt, mag dat niet op klager worden afgewenteld. Het is dan ook
onrechtmatig dat de inrichting geen tegemoetkomingsvoorstel aan de beklagcommissie geeft. Door het niet toekennen van een tegemoetkoming is sprake van een geschonden recht gezien de lange tijd waarin klager de harde schijf heeft gebruikt en mocht
blijven gebruiken. Verzocht wordt de uitspraak van de beklagcommissie te bekrachtigen, een tegemoetkoming toe te kennen en, als dat in het vermogen van de beroepscommissie ligt, ambtshalve een schadevergoeding voor de harde schijf toe te kennen.

3. De beoordeling
Volgens het sinds medio 2004 in het Protocol computerapparatuur, audiovisuele- en communicatiemiddelen opgenomen beleid van de inrichting is bezit van een verwisselbare harde schijf in de verblijfsruimte van een verpleegde verboden.
Klager heeft in november 2004 naar zijn zeggen met toestemming van de inrichting een aantal artikelen, waaronder een harde schijf à € 350,=, aangeschaft. De inrichting ontkent dat toestemming is gevraagd en gegeven voor die aanschaf en gaat er vanuit
dat klager bewust tot aanschaf van de harde schijf via externen is overgegaan omdat hij wist dat hem door de inrichting daartoe geen toestemming zou worden verleend.

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting acht de beroepscommissie voldoende aannemelijk dat van de zijde van de inrichting geen toestemming is verleend aan klager om een harde schijf aan te schaffen, maar ziet zij geen aanknopingspunt om
in dit verband uit te gaan van kwade opzet aan de kant van klager.
Verder staat vast dat door foutief handelen van het personeel van de inrichting in strijd met het geldende beleid eind 2004 toestemming voor invoer van de harde schijf is gegeven en vervolgens na screening op 11 januari 2005 van klagers computer per 18
januari 2005 voortgezet bezit en gebruik van de harde schijf is toegestaan. Hiermee is door de inrichting de verwachting gewekt dat klager de harde schijf wel in zijn bezit mocht hebben en houden totdat - pas op 7 mei 2006 - was ontdekt door de
inrichting dat klager volgens het (ongewijzigde) beleid die harde schijf niet in zijn bezit mocht hebben.
Als de inrichting eind 2004 invoer dan wel medio januari 2005 verder bezit en gebruik van de harde schijf niet had toegestaan, had klager op dat moment al kunnen verzoeken om uitvoer van de harde schijf naar familie of bekenden en zou hij niet pas na
anderhalf jaar gebruik van de harde schijf zijn geconfronteerd met de onmogelijkheid van verder gebruik van die schijf. Voor deze schending van klagers eigendomsrecht dient hem een tegemoetkoming te worden toegekend.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - daarom naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagcommissie.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Het is thans aan de beklagcommissie om een tegemoetkoming toe te kennen.
Voor eventuele schadevergoeding kan klager zich wenden tot het hoofd van de inrichting dan wel de civiele rechter.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, dr. F.A.M. Kortmann en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 14 augustus 2007

secretaris voorzitter

Naar boven