Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/6103/GA, 21 september 2021, beroep
Uitspraakdatum:21-09-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/6103/GA

              

Betreft […]

Datum 21 september 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van […] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen een ordemaatregel van uitsluiting van activiteiten, voor de duur van zes dagen, vanwege het maken van racistische opmerkingen tegen een medegedetineerde, ingaande op 31 december 2019.

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Leeuwarden heeft op 7 februari 2020 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €5,- en de directeur opgedragen binnen veertien dagen na datum uitspraak ten aanzien van de overplaatsing naar de Z-afdeling een nieuwe beslissing te nemen (LW 2020-21). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klager heeft beroep ingesteld tegen de hoogte van de toegekende tegemoetkoming.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Leeuwarden (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager voert in beroep aan dat de ordemaatregel in de praktijk is aangevangen op 31 december om 7.30 uur, waarbij hij geen toestemming kreeg om naar de arbeid te gaan. De ordemaatregel vermeldt echter een tijdstip van 14.00 uur.

Daarnaast vindt klager de compensatie van €5,- onvoldoende. Hij heeft zes dagen onterecht achter de deur gezeten, en ook precies tijdens de jaarwisseling, alvorens verhuisd te zijn naar de Extra Zorg Voorziening afdeling. Klager eist hiervoor een vergoeding van €7,50 per dag, dus een totale tegemoetkoming van €45,-.

Standpunt van de directeur

De directeur voert in beroep aan dat klager tussen 7.30 uur en 14.00 uur niet onterecht achter de deur heeft gezeten. In het termijnschema disciplinaire straffen wordt genoemd dat een gedetineerde ‘onverwijld’, in beginsel binnen 24 uur, gehoord dient te worden. De gedetineerde kan na aanzegging van het rapport en in afwachting van het hoorgesprek met de directeur worden ingesloten, zoals ook in het geval met klager is gebeurd. Dit wordt een bewaardersarrest genoemd. Het bewaardersarrest houdt in dat een gedetineerde, in afwachting van het al dan niet opleggen van een ordemaatregel, door een medewerker van de inrichting wordt afgezonderd in de eigen cel of in de afzonderingscel of wordt uitgesloten van activiteiten. Het bewaardersarrest kan ten hoogste voor vijftien uur worden opgelegd, waarbij de nachtelijke uren meetellen.

De beklagcommissie heeft de klacht van klager gegrond verklaard en aan hem een compensatie van €5,- toegekend. Dat is het algemeen minimum volgens de standaardbedragen tegemoetkomingen van de RSJ.

 

3. De beoordeling

De beklagcommissie heeft geoordeeld dat er onvoldoende grondslag was voor het opleggen van de ordemaatregel van uitsluiting van deelname aan activiteiten en heeft klagers klacht gegrond verklaard. Nu alleen klager beroep heeft ingesteld, staat dat oordeel in beroep niet ter discussie.

Op basis van artikel 24, vierde lid, van de Penitentiaire beginselenwet kon klager al vanaf 7:30 uur die dag ingesloten worden. Klager heeft van 7:30 uur tot 14:00 uur niet onterecht ingesloten gezeten.

De beroepscommissie kan zich niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Nu klager voor een periode van zes dagen niet heeft kunnen deelnemen aan activiteiten, acht zij een hogere tegemoetkoming passend en geboden. Zij zal het beroep daarom gegrond verklaren en aan klager een hogere tegemoetkoming toekennen, namelijk van €20,-.

Voor zover klager in beroep te kennen heeft gegeven dat hij wenst te worden overgeplaatst naar de C-O afdeling en de redenen hiervoor aangeeft, oordeelt de beroepscommissie dat dit buiten de reikwijdte van het beklag valt en niet kan worden betrokken in de beoordeling.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt – voor zover in beroep aan de orde – de uitspraak van de beklagcommissie. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €20,-.

 

Deze uitspraak is op 21 september 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. A. van Holten, voorzitter, mr. R.H. Koning en mr. J.B. Oreel, leden, bijgestaan door          mr. B. van Kemenade, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven