Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/5956/GA, 3 augustus 2021, beroep
Uitspraakdatum:03-08-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/5956/GA     

           

Betreft klager

Datum 3 augustus 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van klager (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen het feit dat hij zijn radio niet mag invoeren.

De beklagcommissie bij de locatie Norgerhaven te Veenhuizen heeft op 3 januari 2020 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (NH2019-467). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de locatie Norgerhaven (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De beoordeling

Op grond van artikel 69, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet moet het met redenen omklede beroepschrift uiterlijk op de zevende dag na die van ontvangst van het afschrift van de uitspraak onderscheidenlijk na die van de mondelinge mededeling van de uitspraak worden ingediend.

De uitspraak van de beklagcommissie is op 3 januari 2020 mondeling medegedeeld aan klager en de directeur. Het beroepschrift dateert van 29 januari 2020 en is op 3 februari 2020 op het secretariaat van de RSJ ontvangen, en is derhalve te laat ingediend.  Klager verzoekt deze termijnoverschrijding verschoonbaar te achten, omdat het eerst zelf proberen op te lossen van de kwestie waarover later wordt geklaagd een verschoonbare termijnoverschrijding oplevert, volgens eerdere uitspraken van de beroepscommissie (RSJ 31 juli 2013, 13/0974/GA en 13/1162/GA).

De beroepscommissie is van oordeel dat in het onderhavige geval geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. De tijd die is verstreken met het voorbereiden van het beroepschrift komt voor rekening en risico van klager. Niet is gebleken dat hij eerst zelf heeft geprobeerd om de zaak op te lossen door bijvoorbeeld in gesprek te gaan met het personeel. Klager heeft dan ook, gelet op het vorenstaande, niet tijdig beroep ingesteld. De beroepscommissie zal hem daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn beroep. Zij komt dus niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van het beroep.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

 

Deze uitspraak is op 3 augustus 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S. Bijl en mr. R. Raat, leden, bijgestaan door mr. B. van Kemenade, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven