Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/19378/TA, 17 mei 2021, beroep
Uitspraakdatum:17-05-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          21/19378/TA              

           

Betreft [klager]            Datum 17 mei 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van het hoofd van FPC Pompestichting te Nijmegen (hierna: de instelling)

 

1. De procedure

[klager] heeft beklag ingesteld tegen het tijdelijk niet kunnen bestellen van goederen bij Bol.com.

 

De beklagrechter bij de instelling heeft op 4 januari 2021 het beklag gegrond verklaard (PZ 2020-112). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

 

Het hoofd van de instelling heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

 

De beroepscommissie heeft […], jurist bij de instelling, en klager gehoord op de digitale zitting van 30 april 2021.

Mr. C.K. van Dijk, secretaris bij de RSJ, was als toehoorder aanwezig.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van het hoofd van de instelling

Als een bewoner bij Bol.com wil bestellen, wordt dit door het personeel gedaan via een door de instelling aangemaakt account. Van de rekening van de bewoner wordt geld afgeboekt waarmee de bestelling wordt betaald. Dit heeft enige tijd niet goed gelopen, waardoor klager gedurende drie tot vier weken geen bestellingen bij Bol.com heeft kunnen doen ten behoeve van zijn hobby en presentjes voor zijn familie. Maaltijden zijn steeds vanuit de instelling verstrekt. Het is spijtig dat klager enkele bestellingen later dan gebruikelijk heeft kunnen doen, maar het oordeel van de beklagrechter dat de zorgplicht is geschonden gaat te ver. Ook is niet toegelicht welke zorgplicht dit zou betreffen. Het hoofd van de instelling heeft uitsluitend beroep ingediend om duidelijkheid te krijgen hoe ver de zorgplicht van de instelling reikt. Naar mening van de instelling had klager niet in zijn beklag ontvangen mogen worden.

 

Standpunt van klager

Klager heeft zijn bestellingen destijds wel gekregen, maar met een vertraging van drie tot vier weken. Achteraf betalen was bij Bol.com niet mogelijk. Klager heeft zelf een oplossing gevonden door waardebonnen van Bol.com te kopen en via die weg zijn bestellingen direct te kunnen betalen. Het probleem met de financiële administratie van destijds doet zich nu niet meer voor.

 

3. De beoordeling

Vast staat dat de beklagrechter heeft overwogen dat het onderwerp van de klacht niet vatbaar is voor beklag, maar klager toch ontvankelijk is in zijn klacht, omdat de instelling de zorgplicht heeft geschonden nu door haar toedoen problemen zijn ontstaan bij de uiteindelijke betaling van door klager geplaatste bestellingen waardoor hij een periode lang geen goederen heeft kunnen bestellen.

 

Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie is in het licht van artikel 56, vierde lid, in samenhang met artikel 56, eerste lid, onder e, Bvt alleen het niet naleven van een wettelijke zorgplicht waardoor een wettelijk recht van klager wordt geschonden vatbaar voor beklag krachtens artikel 56, eerste lid, onder e, Bvt.

Nu noch in de wet- en/of regelgeving noch in een verdrag een wettelijk recht op het kunnen doen van bestellingen van goederen en een daarmee samenhangende zorgplicht voor de instelling zijn neergelegd, is sprake van een niet voor beklag vatbare klacht en had klager daarin niet-ontvankelijk verklaard moeten worden.

 

Het beroep van het hoofd van de instelling zal daarom gegrond worden verklaard.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

 

Deze uitspraak is op 17 mei 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. M. Daniel en mr. drs. L.C. Mulder, leden, bijgestaan door mr. E.W. Bevaart, secretaris.

      

secretaris        voorzitter

Naar boven