Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0317/JA, 23 juli 2007, beroep
Uitspraakdatum:23-07-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

Uitspraak

nummer: 07/317/JA

betreft: [klager] datum: 23 juli 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1987], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 2 februari 2007 van de beklagrechter bij de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Den Engh te Den Dolder,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 maart 2007, gehouden in de j.j.i. Den Engh te Den Dolder, is klager gehoord.

Ter zitting is afgesproken dat klager zal navragen welk bedrag zijn moeder voor de Gameboy heeft betaald. Klager zal voorts uitzoeken wat de nieuwprijs van een Gameboy is.
Klager heeft vervolgens bij brieven van 14 mei 2007 en 31 mei 2007 gereageerd.

Op verzoek van de secretaris van de beroepscommissie heeft de inrichting een kopie van de memo van 14 april 2007 opgestuurd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de vermissing van een doos met spullen.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Bij zijn overplaatsing vanuit de j.j.i. Den Hey Acker had klager een doosje bij zich met spullen. Dergelijke doosjes worden door de inrichting verstrekt om waardevolle spullen in te vervoeren. Tijdens het vervoer stond het doosje achterin in de auto.
Klager kon daar niet bij komen. Het doosje is door een vrouwelijke medewerker van bureau Vervoer in de hal van j.j.i. Den Engh neergezet. Volgens klager is bij binnenkomst het doosje niet geregistreerd bij j.j.i. den Engh. Klager heeft echter wel
getekend voor zijn sieraden.

Na binnenkomst op 9 mei 2006 heeft klager diverse keren aan [...]. gevraagd waar zijn doosje met spullen was gebleven. Ook zijn deze spullen niet naar zijn ouders gestuurd.
Klager heeft uiteindelijk op 17 november 2006 een klacht ingediend. In zijn brief van 22 februari 2007 aan de beroepscommissie geeft klager aan dat een aantal vermiste spullen zijn teruggevonden.
Klager overlegt een schriftelijke verklaring van 15 maart 2007 van [...], teamleider SGS 30. In deze verklaring wordt, kort samengevat, het volgende gesteld. De vermiste spullen zouden in een doos naar de j.j.i. Den Engh gebracht zijn. Naar deze doos
is
gezocht, maar deze is niet gevonden. Bij controle van klagers laatje met zijn persoonlijke bezittingen, zijn spullen gevonden die in de zoekgeraakte doos zouden hebben gezeten. Deze waren ingepakt in een justitiële preciosa enveloppe. Daarin zaten drie
gameboy spelletjes, Pokemon, Catwomen en Super Marioland, een cassettebandje, cd (Johnny B), ring (inscriptie I love you) en een adressenboekje met foto’s. Er is geen melding van een gameboy of aanverwante artikelen.
Klager mist nu nog zijn Gameboy SP en de bijbehorende oplader. De Gameboy is van zijn oom en zijn moeder heeft deze ingevoerd in de j.j.i. Den Hey Acker. Volgens klager zou dat geregistreerd moeten zijn.
Desgevraagd deelt klager mee dat de op de lijst van ‘verzenden persoonlijke goederen middels DV&O’ genoemde oplader, hoorde bij een Discman. Deze Discman heeft klager in de j.j.i. Den Hey Acker’ weggegeven.

In zijn brief van 14 mei 2007 schrijft klager dat hij voor de vermissing van zijn Gameboy een aanbod van € 60,= heeft gekregen van de j.j.i. Den Engh. Klager vindt dit bedrag te laag en heeft het aanbod afgeslagen. Bij brief van 31 mei 2007 geeft
klager
aan dat zijn moeder € 100,= voor de Gameboy heeft betaald en dat een nieuwe Gameboy € 160,= kost.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.
Door de inrichting is op 11 april 2007 een memo opgesteld over de vermissing van de Gameboy SP. Hierin wordt aangegeven dat de inrichting heeft besloten tot een vergoeding van € 60,= .

3. De beoordeling
Door klager is gedetailleerd aangegeven welke eigendommen hij in een doos bij zich had bij zijn overplaatsing naar de j.j.i. Den Engh. Een aantal van deze eigendommen zijn maanden later door de teamleider teruggevonden in het laatje van klager met zijn
persoonlijke bezittingen. Klager mist nu nog zijn Gameboy SP en de bijbehorende oplader.

Bij memo van 11 april 2007 heeft de inrichting voor de vermissing van klagers Gameboy met oplader een vergoeding van €60,= aangeboden. Klager heeft het aanbod afgewezen, omdat hij het bedrag te laag vindt. Bij brief van 31 mei 2007 geeft klager aan dat
zijn moeder € 100,= voor de Gameboy heeft betaald en dat een nieuwe Gameboy €160,= kost.

Gelet op de omstandigheid dat de directeur een financiële vergoeding voor de vermiste Gameboy SP met oplader heeft aangeboden zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren. De uitspraak van de beklagrechter kan daarom niet in stand blijven en
het
beklag zal alsnog gegrond worden verklaard.

De beroepscommissie zal klager vanwege de gegrondverklaring van zijn klacht een tegemoetkoming van € 75,= toekennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.

Zij bepaalt dat aan klager ten laste van de directeur een tegemoetkoming toekomt van
€ 75,=.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.A. Flinterman, voorzitter, mr. F.G.A. ten Siethoff en dr. N.W. Slot, leden, bijgestaan door mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 23 juli 2007

secretaris voorzitter

Naar boven