Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/7576/GM, 7 juni 2021, beroep
Uitspraakdatum:07-06-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/7576/GM

    

           

Betreft [Klager]

Datum 7 juni 2021

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klagers raadsman, mr. M. de Reus, heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichtingen (PI) Zwolle (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat hij niet volledig arbeidsongeschikt wordt verklaard.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de inrichtingsarts in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager wenst volledig arbeidsongeschikt te worden verklaard, vanwege zijn somatisch en psychische aandoening. Klager is in de PI Zwolle slechts voor 50% arbeidsongeschikt verklaard, terwijl hij in andere inrichtingen volledig arbeidsongeschikt is verklaard. Voor het overige wordt aangesloten bij hetgeen klager in zijn klacht heeft geschreven.

 

Standpunt van de inrichtingsarts

De inrichtingsarts heeft niet gereageerd op het beroepschrift.

 

3. De beoordeling

De beroepscommissie overweegt dat uit de stukken, met name klagers medisch dossier, volgt dat er geen indicatie is – noch vanwege somatische noch vanwege psychische klachten – om klager (volledig) arbeidsongeschikt te verklaren. De arbeidsgeschiktheid van klager is voldoende onderzocht en zorgvuldig beoordeeld door de inrichtingsarts. Arbeid wordt klager aangeboden om hem een zinvolle dagbesteding te bieden en heeft niet hetzelfde karakter of dezelfde functie als buiten een PI. Eventuele arbeidsongeschiktheid buiten detentie werkt dan ook niet door binnen een PI. Verder wordt de arbeidsongeschiktheid in iedere PI afzonderlijk beoordeeld.

Gelet op het voorgaande kan het handelen van de inrichtingsarts niet worden aangemerkt als in strijd met de destijds geldende norm van artikel 28 van de Penitentiaire maatregel (oud). De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Deze uitspraak is op 7 juni 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, drs. B.A. Geurts en drs. K.M.P.A.M. Habryka, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven