Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/8683/GB, 12 mei 2021, beroep
Uitspraakdatum:12-05-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/8683/GB

              

Betreft [Klager]

Datum 12 mei 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft een verzoek gedaan tot deelname aan een penitentiair programma (PP).

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 24 november 2020 afgewezen.

Klagers raadsman, mr. W.B.O van Soest, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klagers verzoek tot deelname aan een PP is afgewezen, omdat de einddatum van klagers detentie niet vaststaat, aangezien klager in cassatie is gegaan en de behandeling hiervan in november 2020 zal plaatsvinden. Voorts wordt gesteld dat de vijf jaar gevangenisstraf waarschijnlijk rond februari 2021 ten uitvoer kan worden gelegd. De genoemde data zijn niet als zodanig bekend bij klager en diens raadsman en kloppen niet. De vrijhedencommissie is zodoende op grond van onjuiste informatie tot haar oordeel gekomen.

Uit het selectieadvies blijkt voorts dat klager gedurende zijn lange verblijf in de Penitentiaire Inrichting (PI) Grave en de PI Vught naar behoren functioneert. Klager weet zich goed aan te passen en houdt zich goed aan de regels. Hierdoor hoeft hij nimmer te worden aangesproken op zijn gedrag en zijn er geen disciplinaire straffen of ordemaatregelen aan klager opgelegd. Tevens verricht klager al geruime tijd werkzaamheden in de keuken naar ieders tevredenheid. Daarbij hebben alle betrokken partijen positief geadviseerd inzake klagers deelname aan een PP.

Voor klager is het van groot belang om al te werken aan zijn terugkeer naar de maatschappij. Klager is ‘bajesmoe’ en heeft van zijn vriendin een laatste kans gekregen om zijn leven te verbeteren, hetgeen klager zeer serieus neemt. Dit wordt bevestigd door zijn gedrag tijdens zijn detentie. Ook is hij na een verlof van tien dagen zonder enige problemen teruggekeerd. De activiteiten en behandeling die worden aangeboden tijdens het PP zijn van groot belang voor een succesvolle re-integratie. Klager heeft er zelf voor gezorgd dat hij bij een stichting als vrijwilliger aan de slag kan gaan. Daarnaast staat klager welwillend tegenover het volgen van een Cognitieve Vaardigheden-training (CoVa-training) – zoals tevens geadviseerd in het selectieadvies – aangezien hij het belang van een succesvolle re-integratie zelf ook erkent. Hieruit blijkt tevens klagers belang bij deelname aan een PP. Het volgen van een CoVa-training – waarmee getracht wordt klager sterker en weerbaarder te maken jegens verkeerde sociale contacten – kan immers buiten het PP niet plaatsvinden.

Standpunt van verweerder

De fictieve einddatum van klagers detentie was eerder gesteld op 18 april 2021. Klager heeft op grond van deze einddatum een verzoek ingediend om deel te kunnen nemen aan een PP. Klager was echter ook in cassatie gegaan tegen een gevangenisstraf die hem voor de duur van 60 maanden was opgelegd. Nu de zitting waarschijnlijk voor de gestelde einddatum zou plaatsvinden, stond de einddatum van klager niet langer vast. Op grond van dit gegeven is het verzoek tot deelname aan een PP afgewezen.

Naar aanleiding van onderhavig beroep is er contact opgenomen met de casemanager van klager en is er navraag gedaan over de stand van zaken ten aanzien van klagers cassatiezaak. De casemanager gaf aan dat er op 9 maart 2021 uitspraak is gedaan. Klager heeft 1 maand korting gekregen, waardoor hij er een gevangenisstraf van 59 maanden heeft bijgekregen. Daar zal het voorarrest van ongeveer 13 maanden vanaf worden getrokken. Dit betekent dat klagers strafrestant met ongeveer 46 maanden zal verschuiven. Nu de maximale duur van een PP op 12 maanden is gesteld, is het voor klager – gelet op zijn lange strafrestant – niet mogelijk om deel te nemen aan een PP. Aangezien klager niet langer aan de objectieve voorwaarden voldoet voor deelname aan een PP, laat verweerder een verdere inhoudelijke behandeling van het beroep achterwege.

3. De beoordeling

Klager is sinds 27 augustus 2019 gedetineerd. Hij ondergaat een gevangenisstraf van dertig maanden met aftrek, wegens een poging tot doodslag. Daarnaast dient hij een gevangenisstraf van vier jaar en elf maanden met aftrek te ondergaan, wegens een poging tot doodslag en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De (fictieve) einddatum van klagers detentie is momenteel bepaald op 19 juni 2023.

Op grond van artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet en artikel 7 van de Penitentiaire maatregel komen voor deelname aan een PP gedetineerden in aanmerking:

-    aan wie een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd;

-    die vijf zesde deel van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan;

-    die een strafrestant hebben van minimaal vier weken en maximaal een jaar;

-    die beschikken over een aanvaardbaar verblijfadres;

-    die hebben verklaard om bereid te zijn zich te houden aan de voorwaarden van het PP.

Klagers verzoek is afgewezen, omdat de einddatum van klagers detentie niet vaststond.

Uit het voorgaande volgt dat een gedetineerde op z’n vroegst pas in aanmerking komt voor deelname aan een PP als zijn strafrestant maximaal een jaar is. Klagers strafrestant is op dit moment aanzienlijk langer dan een jaar. De afwijzing van klagers verzoek is daarom juist. De beroepscommissie zal het beroep dan ook ongegrond verklaren.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 12 mei 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. A. Jongsma en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. S.F.J.H. Niederer, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven