Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0052/GB, 17 juli 2007, beroep
Uitspraakdatum:17-07-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/52/GB

Betreft: [klager] datum: 17 juli 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P. Reitsma, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 december 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers bezwaar tegen de beslissing hem over te plaatsen vanuit de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) De Kruisberg naar de gevangenis Grave ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager verbleef in de b.b.i. De Kruisberg. Bij beslissing van 25 oktober 2006 is hij geherselecteerd voor de gevangenis Grave. Op 25 januari 2007 is hij van daaruit overgeplaatst naar de b.b.i. Maashegge. Op 23 april 2007 is hij ondergebracht bij de
p.i.a. de Berg.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Aan klager is éénmaal een ordemaatregel opgelegd omdat hij van een medegedetineerde geld in ontvangst zou hebben genomen en er op zijn cel een mobiele telefoon met adapter is aangetroffen.
Klager heeft tegen deze beslissing geen beklag ingesteld. Klager acht voorgaand incident echter onvoldoende om hem vanuit de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) De Kruisberg over te plaatsen naar de -normaal beveiligde- gevangenis Grave.
Klager heeft de inrichting inmiddels meermalen verlaten en is telkens zonder problemen teruggekeerd. Deze verloven zorgden voor stabiliteit en rust in klagers gezin. Klagers houding in de inrichting is correct, uit niets blijkt dat hij andere
gedetineerden voor zijn karretje zou spannen. De beslissing klager terug te plaatsen staat dan ook in geen verhouding tot de ernst en de omvang van klagers gedragingen.
Daarnaast wordt verzocht klager een tegemoetkoming toe te kennen omdat de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan te maken zijn.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de beslissing als volgt toegelicht.
Het aan de beslissing tot terugplaatsing naar een normaal beveiligde inrichting ten grondslag liggende incident wordt niet door klager ontkend. Ogenschijnlijk functioneerde klager naar behoren, hetgeen ook blijkt uit de opgemaakte rapportage. Echter
naar aanleiding van verklaringen van gedetineerden en op basis van GRIP-informatie kwam naar voren dat er veel geld in de inrichting in omloop was. Bij klager is daadwerkelijk geld aangetroffen. Ook werd duidelijk dat klager medegedetineerden wilde
afpersen. Vorenstaande is onacceptabel en voldoende om klager naar een normaal beveiligde inrichting terug te plaatsen.

4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie heeft daarbij in aanmerking genomen
dat zowel in de selectiebeslissing als in de beslissing op het bezwaarschrift als grond voor de herselectie wordt genoemd dat klager de hem geboden vrijheden niet aan kan, nu bij klager geld en een mobiele telefoon zijn aangetroffen. Klager heeft deze
beschuldigingen niet ontkend en tegen de op grond hiervan opgelegde ordemaatregel geen beklag ingesteld, zodat van de juistheid van deze feiten moet worden uitgegaan.
Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. G.J. Fleers en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van mr.I. Lispet, secretaris, op 17 juli 2007

secretaris voorzitter

Naar boven