Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0857/GB, 5 juli 2007, beroep
Uitspraakdatum:05-07-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/857/GB

Betreft: [klager] datum: 5 juli 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. O.J. Ingwersen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 maart 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager, gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Grave, ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 28 december 2004 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) Arnhem-Zuid. Op 26 januari 2007 is hij geselecteerd voor de gevangenis Grave en op 13 maart 2007 is hij naar die inrichting overgeplaatst.

3. De standpunten
3.1. Het beroep is door en namens klager als volgt toegelicht.
Klager lijdt aan een ernstige vorm van darmkanker, heeft een stoma en heeft een nieuwe operatie nodig. Hij heeft inmiddels geen openstaande zaken meer en wil graag naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) zodat de operatie praktisch gesproken
veel beter uitvoerbaar is. De verzorging en verschoning van de stoma op cel zonder warm water is ook erg moeilijk. Nu er geen openstaande zaken meer zijn, meent klager dat er niets meer in de weg staat aan overplaatsing naar een b.b.i..

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Vanwege een optimale capaciteitsbenutting is klager geselecteerd voor de gevangenis Grave. Omdat hij volgens de selectierapportage van het h.v.b. Arnhem-Zuid nog drie openstaande zaken had, waardoor de einddatum van zijn detentie nog niet vaststond,
kwam klager niet in aanmerking voor detentiefasering. De fasering wordt aangehouden tot de einddatum van de detentie vaststaat. Er zal dan op basis van de actuele informatie een beslissing over worden genomen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Grave is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (nummer 5042803/00/DJI) komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt
vlucht-
en maatschappelijk risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.4. Gelet op de selectiestukken waaruit blijkt dat de einddatum van klagers detentie thans 13 april 2009 is, komt klager (nog) niet in aanmerking voor plaatsing in een b.b.i.. Zijn strafrestant bedraagt immers méér dan 18 maanden. Daarnaast is bij
navraag gebleken, dat er nog één openstaande strafzaak tegen klager loopt bij het parket in Zutphen (onder parketnummer 06-802546-06).

4.5. Gezien het bovenstaande kan de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van D.C. Carsten, secretaris, op 5 juli 2007

secretaris voorzitter

Naar boven