Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/7147/GA, 12 april 2021, beroep
Uitspraakdatum:12-04-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/7147/GA

              

Betreft [Klager]

Datum 12 april 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat hij zijn penitentiaire dossier (pen-dossier) heeft opgevraagd, maar niet heeft ontvangen.

De beklagrechter bij de locatie Norgerhaven te Veenhuizen heeft op 29 mei 2020 het beklag ongegrond verklaard (Nh 2020-113). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepsrechter heeft klager, klagers (inmiddels voormalig) raadsman mr. R. Polderman en opvolgend raadsvrouw mr. J.J. Serrarens, en de directeur van de locatie Norgerhaven in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De directeur en de jurist zijn volgens klager stagiaires in opleiding en hij acht ze “niet wettelijk in hun functie”. Het in beklag ingenomen standpunt wordt gehandhaafd. Het niet voortvarend verstrekken van het penitentiaire dossier heeft grote gevolgen gehad voor het voeren van diverse procedures, waaronder klagers ISD-procedure en zijn beroepsprocedures bij de RSJ. Voor de onderbouwing van klagers stellingen in die genoemde procedures is het penitentiaire dossier van groot belang om zijn stellingen aannemelijk te kunnen maken. Verzocht wordt om een financiële tegemoetkoming.

Standpunt van de directeur

De directeur heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt in beroep kenbaar te maken.

3. De beoordeling

Ten aanzien van klagers standpunt in beroep dat hij de directeur en jurist “niet wettelijk acht in hun functie” en stelt dat het “stagiaires in opleiding” zijn, merkt de beroepscommissie op dat dit buiten de reikwijdte van het beklag valt. De beroepscommissie zal dit daarom buiten beschouwing laten.

De beroepscommissie acht aannemelijk dat klager inmiddels zijn penitentiaire dossier heeft ontvangen, op 9 april 2020. Zoals de directie in beklag heeft aangegeven, had het dossier voortvarender kunnen worden verstrekt. Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. De beroepscommissie ziet echter geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

 

Deze uitspraak is op 12 april 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. T.B. Trotman, voorzitter, mr. S. Bijl en mr. R.H. Koning, leden, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven