Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/3232/GA, 28 juni 2007, beroep
Uitspraakdatum:28-06-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/3232/GA

betreft: [klager] datum: 28 juni 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Flevoland, locatie Lelystad,

gericht tegen een uitspraak van de beklagcommissie uit de Commissie van Toezicht bij voormelde p.i. van 12 december 2006, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager, voor zover deze de toekenning van een tegemoetkoming betreft,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur van voormelde p.i. om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het verstrekken van verkeerde informatie aan klager omtrent een geldboete en het niet aanvragen van vervoer voor klager naar een afspraak in het ziekenhuis.

De beklagcommissie heeft het beklag gedeeltelijk gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en aan klager een tegemoetkoming toegekend in de vorm van één keer tijdelijk verlaten van de inrichting (TVI).

2. De standpunten van de directeur en klager
Volgens artikel 21, eerste lid, van de Regeling Tijdelijk verlaten van de inrichting kan incidenteel verlof alleen worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk
is. Er is in klagers geval geen sprake van een situatie als bedoeld in artikel 21 van eerdergenoemde Regeling. De directeur kan daarom niet voldoen aan de tegemoetkoming die door de beklagcommissie is vastgesteld. Klager heeft tijdens de beklagzitting
aangegeven dat hij voor € 20,- heeft gebeld om zijn gelijk te kunnen krijgen. De directeur meent dat dat ook de omvang van de tegemoetkoming zou moeten zijn.

Klager heeft daarop als volgt gereageerd. Artikel 68 van de Pbw biedt de beklagcommissie alle ruimte om elke compensatie toe te kennen die haar dienstig voorkomt. Een compensatie kan in geld worden bepaald, maar ook anderszins inhoud worden gegeven.
Zulks blijkt ook uit verschillende uitspraken van de beroepscommissie.

3. De beoordeling
Verlof kan slechts verleend worden volgens de daarvoor geldende bepalingen in de Regeling Tijdelijk verlaten van de inrichting. Dit betekent dat er een toetsing plaatsvindt of verlof wordt verleend of niet. Het verlenen van een dergelijk verlof zonder
voorafgaande toetsing is niet mogelijk. Daarom volstaat de beroepscommissie, anders dan de beklagcommissie, met de toekenning van een geldelijke tegemoetkoming. Aan klager zal een tegemoetkoming worden toegekend van € 25,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de beslissing van de beklagcommissie in zoverre en bepaalt dat aan klager terzake van de gegrondverklaring van het tweede onderdeel van het beklag in plaats van één keer TVI een
tegemoetkoming
toekomt van € 25,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van D.C. Carsten, secretaris, op 28 juni 2007

secretaris voorzitter

Naar boven