Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/7779/GM, 16 april 2021, beroep
Uitspraakdatum:16-04-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/7779/GM

              

Betreft [klager]

Datum 16 april 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat het te lang heeft geduurd voordat hij met zijn neusklachten werd doorverwezen naar de KNO arts.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager en de inrichtingsarts in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Bij binnenkomst in de PI op 18 april 2018 had klager aangegeven dat hij naar de KNO-arts wilde voor een operatie. Er werd tegen klager gezegd dat dat niet direct mogelijk was en dat er alleen niet-uitstelbare zorg werd verleend. Klager heeft duidelijk gemaakt dat hij geen lucht of adem door zijn neus kon halen door zijn amandelen of door iets dat door middel van een ingreep verwijderd moet worden. Klager wacht hier nu al meer dan twee jaar op. Klager is een moeilijke slaper en schrikt wakker van gesnurk. Klager wilde zelf naar het ziekenhuis tijdens een van zijn verloven maar dat mocht niet omdat hij niet verzekerd zou zijn. Van een medewerker van de medische dienst kreeg hij het advies een neusspray te gebruiken of kokend water met zout uit te proberen. Klager heeft meer klachten hierdoor en hij voelt zich niet serieus genomen. 

Standpunt van de inrichtingsarts

Klager heeft sinds 2018 klachten van een verstopte neus waarop een neusspray met een corticosteroïd is voorgeschreven met de afspraak dat als het niet zou werken klager dit zou laten weten. Klager heeft geregeld contact gehad met de medische dienst en aangegeven dat de neusspray goed werkt en verzocht die te herhalen. Als de neusspray goed werkt is er geen reden tot verwijzing naar een KNO-arts. Begin juli 2020 gaf klager aan nog steeds last te hebben van een verstopte neus. Hierop is klager naar de KNO-arts verwezen en inmiddels ook door deze gezien. Als klager duidelijk had aangegeven dat de neusspray niet voldoende of niet gewerkt zou hebben dan was de verwijzing waarschijnlijk eerder gerealiseerd. 

3. De beoordeling

Ontvankelijkheid

Klager heeft beroep ingesteld naar aanleiding van de mededeling van de medisch adviseur van 30 juli 2020. De wet biedt de mogelijkheid binnen zeven dagen na ontvangst van het bemiddelingsverslag beroep in te stellen. Het beroepschrift is gedateerd 5 augustus 2020 en op 10 augustus 2020 op het secretariaat van de RSJ ontvangen. Klager is bij brief van 21 september 2020 in de gelegenheid gesteld te laten weten wanneer hij de brief van de medisch adviseur heeft ontvangen. Klager heeft in zijn reactie van 4 oktober 2020 toegelicht dat hij op 1 augustus 2020 in een isolatiecel in afzondering is geplaatst en na enkele dagen bij terugkomst op zijn eigen cel de brief van de medisch adviseur heeft ontvangen. Daarop heeft klager het beroepschrift geschreven en opgestuurd. Klager heeft de schriftelijke mededeling van de ordemaatregel bij zijn reactie van 4 oktober 2020 gevoegd.

Gelet op deze gang van zaken is de beroepscommissie van oordeel dat klager kan worden ontvangen in zijn beroep. 

Inhoudelijk

Klager heeft zich vanaf 2018 met zijn neusklachten tot de medische dienst gewend. Klager stelt dat hij vanaf het begin heeft aangegeven dat hij doorverwezen wilde worden. Blijkens de mededelingen van de inrichtingsarts is aan klager neusspray voorgeschreven met de afspraak dat als die niet werkte klager dit zou laten weten. Klager heeft volgens de inrichtingsarts geregeld contact gehad met de medische dienst en te kennen gegeven dat de neusspray goed werkte met het verzoek om deze te herhalen. Toen klager in juli 2020 nog steeds aangaf klachten te ondervinden is hij doorverwezen en inmiddels is hij door de KNO-arts gezien. Omdat de neusspray goed werkte was er volgens de inrichtingsarts geen aanleiding om klager eerder door te verwijzen.

De beroepscommissie is van oordeel dat, gelet op de inlichtingen van de inrichtingsarts en de voorhanden zijnde medische informatie, niet is gebleken dat klagers klachten niet serieus zijn genomen of dat onvoldoende adequaat op zijn klachten is gereageerd. Naar het oordeel van de beroepscommissie is niet gebleken van onzorgvuldig handelen door de inrichtingsarts.   

Gelet op het voorgaande kan het handelen van de inrichtingsarts niet worden aangemerkt als in strijd met de destijds geldende norm van artikel 28 van de Penitentiaire maatregel (oud). De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 16 april 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. P.J.M. van Puffelen en                                    drs. M.P. Frankenhuis, leden, bijgestaan door mr. K. Kiela, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven