Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/3110/GA, 7 juni 2007, beroep
Uitspraakdatum:07-06-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/3110/GA

betreft: [klager] datum: 7 juni 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Ter Apel,

gericht tegen een uitspraak van 22 november 2006 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 april 2007, gehouden in de p.i. De Grittenborgh te Hoogeveen, zijn gehoord klager en de unit-directeur [...].

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het onvoldoende kunnen volgen van onderwijs.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In de maanden augustus 2006 tot en met oktober 2006 is er even een verminderd aanbod van onderwijs geweest in verband met de ingebruikname van een nieuwe onderwijsruimte. De unit-directeur heeft een overzicht opgesteld van alle data waarop klager
onderwijsactiviteiten heeft kunnen volgen. Op vier dagen is er geen onderwijs gegeven vanwege personele problemen.
Klager is niet komen opdagen tijdens de geboden onderwijsactiviteiten en heeft uit eigen beweging een opleiding voor veiligheidscertificaat A gestaakt.
Het is niet juist dat klager, afgezien van die vier dagen, onderwijs is onthouden.

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Volgens klager had hij geen toestemming meer om onderwijs te volgen. Om onduidelijke redenen is klager van de onderwijslijst afgehaald en klager heeft van 15 augustus 2006 tot en met 25 oktober 2006 geen onderwijs gevolgd. Klager volgt nu wel weer
onderwijs.

3. De beoordeling
Ter zitting heeft klager het door de directeur opgestelde overzicht van lesuren niet bestreden, maar gesteld dat hij geen toestemming kreeg om onderwijs te volgen. De grondslag van de klacht wordt hierdoor gewijzigd en dat is in beroep niet mogelijk,
zodat deze stelling verder buiten beschouwing zal blijven.

De beroepscommissie is van oordeel dat de unit-directeur voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat klager in de maanden augustus, september en oktober 2006 in de gelegenheid is gesteld om onderwijs te volgen en dat klager er zelf voor heeft gekozen
daarvan geen gebruik te maken.
De beroepscommissie zal het beroep gegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.C. van Kamp, voorzitter, mr. H. Heijs en L. Diepenhorst MPA, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 7 juni 2007

secretaris voorzitter

Naar boven