Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0068/GA, 6 juni 2007, beroep
Uitspraakdatum:06-06-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/68/GA

betreft: [klager] datum: 6 juni 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 januari 2007 van de beklagcommissie bij het HvB/ISD De Grittenborgh te Hoogeveen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 april 2007, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) De Grittenborgh te Hoogeveen , zijn gehoord klager en de directeur, [...].

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft deelname aan de arbeid.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De inrichting handelt niet consequent. Klager heeft eerst ongeveer anderhalf jaar niet aan de arbeid hoeven deelnemen en opeens moest hij weer werken. De inrichting moet zich aan de afspraken houden. Klager werkt nu weer sinds december 2006. Klager
gaat
graag naar de arbeid toe. Wel is het zo dat klager sinds januari 2007 medicatie moet gebruiken om te slapen en om rustig te blijven.
Het gaat klager om het principe en hoe er met gedetineerden wordt omgegaan.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In de inrichting is er voor ongeveer 60% van de gedetineerden werkaanbod. In principe worden alleen gedetineerden te werk gesteld, die gemotiveerd aan de arbeid deelnemen.
Het is juist dat klager niet hoefde te werken, maar dat daarin verandering gekomen is. Er is een nieuwe functionaris belast met de verdeling van het werk en die heeft klager weer op de lijst gezet. Klager zit nu op afdeling zeven met een
gevangenisregime. Deelname aan de arbeid heeft een goede invloed op het dagritme van klager. Dat is de reden dat klager nu wel aan de arbeid moet deelnemen.

3. De beoordeling
Op grond van het bepaalde in artikel 47, derde lid, van de Pbw is een gedetineerde verplicht door de directeur opgedragen arbeid te verrichten.
Klager is gedurende een langere periode vrijgesteld van werkzaamheden, maar dat houdt niet in dat de directeur hem op enig moment op grond van gewijzigde omstandigheden en/of inzichten niet alsnog op de arbeid kan zetten.
Deze beslissing acht de beroepscommissie niet onredelijk of onbillijk.
Overigens heeft klager aangegeven dat de arbeid goed bevalt en dat het hem slechts om het principe gaat.
Het beroep zal mitsdien ongegrond verklaard worden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.C. van Kamp, voorzitter, mr. H. Heijs en L. Diepenhorst MPA, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 6 juni 2007

secretaris voorzitter

Naar boven