Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 20/16486/SGA, 16 december 2020, schorsing
Uitspraakdatum:16-12-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          20/16486/SGA            

Betreft verzoeker        Datum 16 december 2020

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van verzoeker (hierna: verzoeker)

1. De procedure

De directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Alphen te Alphen aan den Rijn (hierna: de directeur) heeft op 14 december 2020 aan verzoeker een ordemaatregel opgelegd van uitsluiting van deelname aan activiteiten, voor de duur van twee dagen, vanwege de omstandigheid dat twee personen op verzoekers afdeling positief getest zijn op COVID-19 en de weigering van verzoeker mee te werken aan een testafname, ingaande op 14 december 2020 om 09.15 uur en eindigend op 16 december 2020 om 17.00 uur.

Verzoekers raadsvrouw, mr. E.A. Blok, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter is ambtshalve bekend met de uitspraak RSJ 11 december 2020, 20/16410/SGA en heeft voorts kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek, van het klaagschrift en van de aanvullende reactie van verzoekers raadsvrouw van 16 december 2020.

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Namens verzoeker wordt aangevoerd dat de bestreden beslissing onredelijk is. Verzoeker  verblijft sinds 15 november 2020 in quarantaine middels een ordemaatregel. Deze ordemaatregel is vervolgens steeds weer verlengd waardoor verzoeker inmiddels al bijna een maand in quarantaine verblijft. Verzoeker geeft aan dat hij geen klachten heeft of heeft gehad en dat hij gedurende deze periode meerdere coronatesten heeft ondergaan die allemaal negatief bleken te zijn. De directeur volgt de richtlijnen van het RIVM - bij negatieve test kan iemand uit quarantaine - niet juist op en hanteert jegens verzoeker een ongelijk beleid ten opzichte van medegedetineerden, zo is namens verzoeker aangevoerd.

Uit de schriftelijke inlichtingen van de directeur komt naar voren dat de PI Alphen te maken heeft met besmettingen met COVID-19, waardoor er een aantal noodzakelijke maatregelen is getroffen. De directeur geeft aan dat in samenspraak met de afdeling Zorg, de GGD-Hollands Midden en de landelijke coördinatie infectiebestrijdingen is besloten om te werken met een zogenoemd ‘Outbreak Managementstrategie’. Deze strategie is gebaseerd op preventief meer testen, met name ‘ringsgewijs’, om zo eerder mogelijke clusters op te sporen. De directeur geeft aan dat met een ‘ring’ wordt bedoeld: een beperkt groepje vaste gedetineerden. Met deze vaste groep van elf gedetineerden neemt verzoeker deel aan de (beperkte) activiteiten die geboden worden tijdens de quarantaine. Wanneer er bij het preventief testen een besmetting naar voren komt binnen de ´ring´, geldt dat de andere gedetineerden wederom zeven dagen in quarantaine worden geplaatst.

Op 8 december 2020 zijn er twee besmettingen geconstateerd op verzoekers ´ring´. Deze twee gedetineerden zijn per direct naar een speciale afdeling overgeplaatst. Verzoeker en de andere gedetineerden hebben een nieuwe ordemaatregel van plaatsing in quarantaine opgelegd gekregen. Verzoeker heeft vervolgens op 14 december 2020, als enige gedetineerde op de afdeling, geweigerd mee te werken aan een nieuwe testafname. Om die reden heeft de directeur opnieuw een ordemaatregel opgelegd aan verzoeker. De directeur begrijpt dat besmettingen een enorme impact hebben op de gedetineerden, maar stelt dat deze maatregelen noodzakelijk zijn om clusters van besmettingen aan te tonen en de verspreiding van het virus in te dammen. De directeur acht de opgelegde ordemaatregel dan ook noodzakelijk om de gezondheid van verzoeker én van zijn medegedetineerden te waarborgen.

De voorzitter overweegt dat gebleken is dat verzoeker inmiddels al een maand onafgebroken (middels een ordemaatregel die steeds wordt verlengd) in quarantaine verblijft, wat niet wordt weersproken door de directeur. Verzoeker heeft gedurende de afgelopen maand meermalen negatief getest en de andere gedetineerden die op verzoekers ´ring´ verblijven zijn inmiddels allen negatief getest en verblijven op dit moment niet meer in quarantaine. Niet valt in te zien waarom de huidige verlenging van de ordemaatregel noodzakelijk is. Uit het door de directeur aangevoerde blijkt die noodzaak in ieder geval niet. Dat verzoeker, die ook na 8 december 2020 - de datum waarop twee medegedetineerden van zijn ´ring´ positief getest hebben - nog steeds klachtenvrij is, heeft geweigerd zich opnieuw te laten testen maakt dit niet anders. Gelet op het voorgaande is de bestreden beslissing zodanig onredelijk en onbillijk dat het verzoek moet worden toegewezen.

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

Deze uitspraak is op 16 december 2020 gegeven door mr. R.H. Koning, voorzitter, bijgestaan door J.A. van der Veen, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven