Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/3088/TA, 24 mei 2007, beroep
Uitspraakdatum:24-05-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/3088/TA

betreft: [klager] datum: 24 mei 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 30 november 2006 van de beklagcommissie bij FPC De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 februari 2007, gehouden in de penitentiaire inrichting Amsterdam, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], hoofd behandeling en [...], hoofd behandelrapportage.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft – voor zover in beroep aan de orde – het mislopen van een afspraak met de dermatoloog.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De uitspraak van de beklagcommissie is onvoldoende gemotiveerd. Men heeft zich er gemakkelijk van af gemaakt door te zeggen dat DV&O te maken had met een
strakke planning. De klacht is gericht tegen DV&O en de inrichting. De inrichting had voor ander vervoer kunnen zorgen. Volgens klager was het mogelijk geweest om onder begeleiding de inrichting te verlaten. De dermatoloog houdt maar een paar honderd
meter van de inrichting praktijk. Klager is niet vluchtgevaarlijk. Klager meent dat hij niet serieus wordt genomen. De voeten van klager lagen open. Een week later is klager alsnog op de afspraak geweest. Doorgaans duurt het een aantal weken voordat
een
afspraak gemaakt kan worden.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op de dag van de afspraak is DV&O niet komen opdagen. Als reden werd gegeven dat de planning van het vervoer mis is gelopen. Het
vervoer kon op die dag niet meer worden ingepland. Op korte termijn was niets meer te regelen. Het is niet mogelijk even de inrichting te verlaten, dat wordt opgevat als begeleid verlof. Alleen in levensbedreigende situaties kan het hoofd van de
inrichting toestemming verlenen de inrichting te verlaten. Er is contact opgenomen met de huisarts. Klager kon een week wachten.

3. De beoordeling
Indien door het niet betrachten van een zorgplicht een wettelijk recht van de verpleegde wordt geschonden, is volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie het niet betrachten van de zorgplicht beklagwaardig op grond van artikel 56, eerste lid,
onder e, Bvt. In artikel 41, vierde lid, onder c, Bvt is bepaald dat het hoofd van de inrichting zorgdraagt voor de overbrenging van de verpleegde naar een ziekenhuis dan wel andere instelling, indien de behandeling van de verpleegde aldaar
plaatsvindt.
Klager meent dat het hoofd van de inrichting voormelde zorgplicht niet heeft betracht door geen vervangend vervoer te regelen voor zijn afspraak bij de dermatoloog. Gelet hierop had naar het oordeel van de beroepscommissie de beklagcommissie klager
dienen te ontvangen in zijn beklag. Het beroep is derhalve gegrond en de uitspraak van de beklagcommissie dient te worden vernietigd.

De beroepscommissie acht het aannemelijk dat na het uitvallen van het vervoer door DV&O, geen alternatieve mogelijkheden voorhanden waren om klager op korte termijn te vervoeren naar zijn afspraak bij de dermatoloog. Gebleken is dat het hoofd van de
inrichting contact heeft opgenomen met de huisarts. Er was geen sprake van een levensbedreigende situatie. Voormeld handelen is niet onredelijk of onbillijk en levert geen schending op van de zorgplicht van artikel 41, vierde lid, onder c, Bvt. Het
beklag dient derhalve alsnog ongegrond te worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, dr. F. Koenraadt en prof.mr. C. Kelk, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 24 mei 2007

secretaris voorzitter

Naar boven