Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0614/GB, 14 mei 2007, beroep
Uitspraakdatum:14-05-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/614/GB

Betreft: [klager] datum: 14 mei 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 23 februari 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar bezwaar, gericht tegen de beslissing haar over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) Nieuwersluis te Loenen.

2. De feiten
Klaagster is sedert 31 juli 2005 gedetineerd. Zij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. locatie Het Veer te Amsterdam. Op 15 februari 2007 is zij overgeplaatst naar het h.v.b. Nieuwersluis.

3. De standpunten
3.1. Klaagster heeft het beroep als volgt toegelicht.
De beslissing op bezwaar is gebaseerd op het krankzinnige argument, dat de beslissing uitsluitend een advies zou zijn. De selectiefunctionaris alsook de onbekende gedragsdeskundigen genoemd in de bestreden beslissing weigeren een afschrift te
verstrekken van genoemd advies. Overigens is de beslissing op bezwaar de eerste schriftelijke beantwoording van een door klaagster aan de selectiefunctionaris gezonden brief, waarbij klaagster refereert aan eerdere door haar ingediende klachten bij de
beroepscommissie naar aanleiding van het stelselmatig uitblijven van antwoorden, ontvangstbevestigingen en informatie.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klaagster geeft in haar beroep aan dat zij niet op de bijzondere zorg afdeling (BZA) geplaatst wil worden. Dit is geen beslissing van de selectiefunctionaris maar van de directeur van de inrichting. Op grond hiervan adviseert de selectiefunctionaris om
klaagster niet-ontvankelijk te verklaren in haar beroep.

4. De beoordeling
4.1. Klaagster is in eerste aanleg veroordeeld tot terbeschikkingstelling (tbs) met bevel tot verpleging, zonder tevens te zijn veroordeeld tot een vrijheidsstraf. Omdat het opleggen van die maatregel nog niet onherroepelijk is, hoort zij, gelet op
artikel 9, tweede lid van de Pbw, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klaagster geeft in haar bezwaarschrift van 14 februari 2007 aan het niet eens te zijn met de beslissing tot overplaatsing naar Nieuwersluis (“zeer ernstige bezwaren te hebben en aan te tekenen tegen de algehele verhuizing”). Ook uit haar beroep
komt duidelijk naar voren dat zij het met de overplaatsing niet eens is.

Tegen de beslissing tot overplaatsing staat ingevolge artikel 17 van de Pbw bezwaar en beroep open en klaagster is dan ook ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in haar bezwaar. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De
selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een
tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klaagster geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van D.C. Carsten, secretaris, op 14 mei 2007

secretaris voorzitter

Naar boven