Nummer R-19/5278/GA
Betreft [Klager]
Datum 28 december 2020
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de beslissing om klagers bezoekster op 12 mei 2018 de toegang tot de inrichting te weigeren.
De alleensprekende beklagrechter bij het Justitieel Complex (JC) Zaanstad heeft op 11 november 2019 het beklag ongegrond verklaard (ZS-JG-2018-157). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.
Klagers raadsvrouw, mr. C.A. Bouw, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van het JC Zaanstad in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De beoordeling
Klager heeft verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten. Dit verzoek is niet onderbouwd, terwijl de stukken voldoende informatie bevatten om het beroep te kunnen beoordelen. De beroepscommissie wijst het verzoek daarom af.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. De beroepscommissie merkt met betrekking tot de door de raadsvrouw voorgestelde vervolgactie van fouilleren na een gesprek met de bezoeker nog op dat in RSJ 27 januari 2017, 16/3115/TA, waar de raadsvrouw naar verwijst, al is geoordeeld dat dit geen afdoende middel is om de bezoeker die (onbewust) buiten met drugs in aanraking is gekomen te kunnen onderscheiden van de bezoeker die drugs bij zich heeft of heeft gebruikt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, met aanvulling van de gronden.
Deze uitspraak is op 28 december 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. T.B. Trotman, voorzitter, mr. S. Bijl en mr. R.H. Koning, leden, bijgestaan door mr. S.F.J.H. Niederer, secretaris.
secretaris voorzitter