Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/5687/GA, 29 december 2020, beroep
Uitspraakdatum:29-12-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/5687/GA

Betreft [Klager]

Datum 29 december 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat hij heeft moeten betalen voor de televisie, maar zelf niet betaald heeft gekregen wegens het niet kunnen deelnemen aan de arbeid door een aan hem opgelegde ordemaatregel.

De alleensprekende beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Nieuwegein heeft op 20 december 2019 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (NM-2019-864). De  uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Nieuwegein in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De beoordeling

De beroepscommissie stelt vast dat de klacht niet ziet op het opleggen van de ordemaatregel, maar op de gevolgen ervan voor klager waar het gaat om het wél moeten betalen voor televisie en het niet ontvangen van loon.

Uit artikel 9 van de Regeling arbeidsloon gedetineerden volgt dat een gedetineerde geen loonvervangende financiële tegemoetkoming of vergoeding ontvangt, indien deze wegens – onder andere – een ordemaatregel is uitgesloten van de arbeid. Dit staat los van het moeten betalen voor het gebruikmaken van de televisie. Uit bijlage 1 van de huisregels van de PI Nieuwegein onder het subkopje ‘persoonlijke zaken’ blijkt dat bij een disciplinaire straf,  ordemaatregel of overplaatsing geen teruggave plaatsvindt van het bedrag voor de huur of kabelaansluiting van de televisie. Iedere gedetineerde dient dus de televisiekosten door te betalen in geval van een aan hem opgelegde ordemaatregel.

Gelet op het voorgaande beklaagt klager zich over algemene regels, terwijl geen sprake is van strijd van die regels met hogere wet- of regelgeving. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie daarom niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, met aanvulling van de gronden.

Deze uitspraak is op 29 december 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter, mr. S. Bijl en mr. R.H. Koning, leden, bijgestaan door mr. S.F.J.H. Niederer, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven