Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/7532/TB, 27 november 2020, beroep
Uitspraakdatum:27-11-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/7532/TB     

Betreft [klager]

Datum 27 november 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 9 juli 2020 beslist klager over te plaatsen naar FPC Dr. S. van Mesdag (hierna: Van Mesdag) te Groningen.

Klager en zijn raadsman, mr. O. Smits, hebben beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager gehoord op de zitting van 30 oktober 2020 in de Penitentiaire Inrichting (PI) Lelystad. Klagers raadsman en namens verweerder, […], werkzaam bij Dienst Justitiële Inrichtingen, zijn middels videobellen gehoord. […], secretaris bij de Raad, was als toehoorder aanwezig.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie op het beroepschrift en de overige stukken.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager is op 27 oktober 2020 overgeplaatst naar de Van Mesdag. Klager had gevraagd om de beslissing op zijn beroep af te wachten alvorens hij zou worden overgeplaatst. In de Van Mesdag heeft klager een kleinere verblijfsruimte en er geldt een strenger regime.

Door de rechtbank Rotterdam is in oktober 2019 klagers terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden omgezet naar tbs met dwangverpleging. Klager heeft geen strafbare feiten gepleegd tijdens zijn tbs met voorwaarden en zijn gedrag werd enkel ingegeven doordat hij zo lang moest wachten totdat de aan hem beloofde uitplaatsing naar een begeleid wonen setting zou plaatsvinden. Klager had het gevoel dat hij aan het lijntje werd gehouden en hij werd alsmaar gefrustreerder. Dat heeft klagers vertrouwen geschaad en zijn medewerking verminderd. Daarom heeft klager ook niets over zijn toenmalige contact gezegd.

Het niet open zijn over de relatie die hij had met een vrouw met kinderen was een uitzondering in een lange periode waarin klager heeft meegewerkt aan zijn behandeling en de instelling in kennis heeft gesteld van al zijn contacten. Deze vrouw was op de hoogte van het feit dat aan klager tbs was opgelegd, maar zij wist niet waarvoor. Het contact tussen hen heeft zes weken geduurd en klager heeft nu ook geen contact meer met haar. Klager had in 2018 ook al eens contact met haar. Klager heeft toen het contact verbroken, omdat klager het lichamelijk niet trok. Dat was niet omdat klager zich niet met kinderen zou vertrouwen. Sinds 2016 was de instelling al bezig met een uithuisplaatsing.

Een overplaatsing van een FPK naar een FPC is niet noodzakelijk. Een overplaatsing zal enkel zorgen voor een terugval in zijn behandelingstraject. De medewerkers van FPK Hoeve Boschoord (hierna: Hoeve Boschoord) kennen klager en zij kunnen daardoor effectieve hulpverlening bieden. Daarnaast gaat het om een overplaatsing van een FPC naar een FPK, waarbij klager minder vrijheden heeft, er een strenger regime geldt en een hoger beveiligingsniveau. De indicatiestelling is leidend en volgens de gedragsdeskundigen is er geen hoger beveiligingsniveau nodig. Gesteld wordt dat er geen FPK is die klager kan opnemen, maar dit wordt niet onderbouwd met stukken. Een plaatsing in een FPC werkt bij klager enkel averechts terwijl juist het belang van voortzetting van een goede behandeling centraal dient te staan.

Klagers raadsman is niet bekend met de reactie op het beroepschrift van verweerder van 27 augustus 2020.

Standpunt van verweerder

In de indicatiestelling van 25 februari 2020 is het vereiste zorg- en beveiligingsniveau ten aanzien van klager bepaald. Hieruit volgt dat bij een hernieuwde behandelpoging het toezicht op het gebruik van internet maximaal dient te zijn. Klager behoeft geen zeer hoog beveiligingsniveau. Of in een FPK het gebruik van internet gecontroleerd dan wel verboden kan blijven, is voor IFZ niet goed in te schatten. IFZ komt tot plaatsing op een kleine afdeling, maximaal twaalf bedden, en in een kliniek met een hoge zorgintensiteit en een hoge beveiliging (FG3) met maximale toezicht of een verbod op het gebruik van internet.

Uit de indicatiestelling volgt dat een FPK is geïndiceerd. Slechts een aantal FPK´s nemen patiënten op aan wie de maatregel van tbs met dwangverpleging is opgelegd, te weten FPK Assen (hierna: Assen), FPK Inforsa (hierna: Inforsa), FPK de Woenselse Poort (hierna: de Woenselse Poort) en Hoeve Boschoord. Assen is geen optie vanwege het gebrek aan het nemen van verantwoordelijkheid en het niet kunnen mentaliseren. Dat maakt dat klager in deze kliniek zal worden overvraagd en de verwachting is dan ook dat een behandelpoging in deze kliniek zal stranden. Inforsa en de Woenselse Poort zijn eveneens geen optie. Inforsa neemt geen patiënten op met een IQ boven de 80 in combinatie met persoonlijkheidsproblematiek en de Woenselse Poort is niet geschikt voor patiënten met een seksueel grensoverschrijdende problematiek. Deze kliniek heeft namelijk gemengde afdelingen. Evenmin is voortzetting van klagers verblijf in Hoeve Boschoord een optie, nu bij klager sinds het opleggen van de tbs-maatregel sprake is geweest van weerstand, verzet en een vermijdende houding ten opzichte van de behandeling. Klager heeft zich herhaaldelijk niet aan behandelafspraken en voorwaarden gehouden. Een nieuwe behandelpoging elders is op zijn plaats en klager wordt hiermee juist een kans op betere behandelresultaten geboden. Klager heeft tot nu toe tijdens zijn tbs-behandeling nog onvoldoende stappen gezet en onvoldoende kunnen profiteren van de aan hem geboden behandeling. Een behandeling elders is dan ook vereist.

Gelet hierop is plaatsing in een FPK (vooralsnog) geen optie. Om veiligheid voldoende te waarborgen, is uitgeweken naar een FPC. In Van Mesdag was als eerste plek voor klager. In de loop van het traject zal worden bezien of afschaling van het beveiligingsniveau veilig en verantwoord wordt geacht.

3. De beoordeling

Hoewel klagers raadsman ter zitting heeft aangegeven niet bekend te zijn met de reactie op het beroepschrift van verweerder van 27 augustus 2020, heeft de beroepscommissie geconstateerd dat deze reactie op het beroepschrift op 22 oktober 2020 per e-mail aan klagers raadsman is toegezonden.

Op grond van artikel 6.2 van de Wet forensische zorg moet verweerder bij de (over)plaatsing van ter beschikking gestelden de volgende factoren meenemen in zijn overwegingen:

a.  de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt;

b.  de eisen die de verlening van forensische zorg aan de forensische patiënt gezien de aard van de bij hem geconstateerde psychische stoornis of verstandelijke beperking stelt; en

c.  de forensische zorgbehoefte en het beveiligingsniveau zoals opgenomen in de indicatiestelling.

Uit de inlichtingen van verweerder komt naar voren dat klager is veroordeeld tot een gevangenisstraf en tbs met voorwaarden. Klager is, na het ondergaan de opgelegde gevangenisstraf, in FPK de Beuken te Boschoord geplaatst. Op 9 oktober 2019 is de tbs met voorwaarden omgezet naar tbs met dwangverpleging. Klagers verblijf in Hoeve Boschoord is tijdelijk voortgezet met als doel om een geschikte plek in een andere kliniek te vinden. Vervolgens is door verweerder op 9 juli 2020 beslist om klager over te plaatsen naar de Van Mesdag. Op 27 oktober 2020 is deze overplaatsing gerealiseerd.

Uit de indicatiestelling van 25 februari 2020 volgt dat klager voor een FPK is geïndiceerd. Slechts een aantal FPK´s nemen patiënten op aan wie een maatregel van tbs met dwangverpleging is opgelegd, te weten FPK Assen, FPK Inforsa, FPK de Woenselse Poort en FPK Hoeve Boschoord. Uit de inlichtingen van verweerder volgt, zoals hierboven weergegeven, waarom een plaatsing in FPK Assen, FPK Inforsa en de Woenselse Poort om verschillende redenen geen optie is.  Voortzetting van klagers verblijf in Hoeve Boschoord is volgens de inlichtingen van verweerder eveneens geen optie, nu bij klager – sinds de oplegging van de tbs-maatregel in 2013 – sprake is geweest van weerstand, verzet en een vermijdende houding ten opzichte van de behandeling en klager zich herhaaldelijk niet aan de behandelafspraken heeft gehouden en de voorwaarden geschonden.

Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat verweerder in redelijkheid heeft kunnen beslissen om klager in een FPC te plaatsen, nu plaatsing in een FPK (vooralsnog) geen optie is. Klager is in Van Mesdag geplaatst, omdat hier als eerste plek was voor klager.  Hierdoor kon op korte termijn een nieuwe behandelpoging ten behoeve van klager worden ingezet. Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is op 27 november 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. A.M.G. Smit en drs. J.E. Wouda, leden, bijgestaan door mr. L.E.M. Meekenkamp, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven