Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/3206/GA, 10 mei 2007, beroep
Uitspraakdatum:10-05-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/3206/GA

betreft: [klager] datum: 10 mei 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

gericht tegen een uitspraak van 11 december 2006 van de beklagcommissie bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 25 april 2007, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. N.P.C.C. Langenberg, en [...], unit-directeur bij voormelde p.i.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de oplegging van een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens een positieve urinecontrole.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en aan klager een tegemoetkoming van € 52,50 toegekend.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is een lange periode gegeven om voldoende saldo op zijn rekening te hebben desondanks bleek dat er onvoldoende saldo was om het de kosten voor het herhalingsonderzoek af te schrijven. Als hij op een gegeven moment wel voldoende saldo had voor
het
onderzoek dan had hij geen boodschappen meer moeten doen. Klager had geld voor het herhalingsonderzoek moeten reserveren. Aan de financiële administratie was opdracht gegeven om de kosten voor een herhalingsonderzoek af te schrijven. De directeur had
daar toestemming van klager voor gekregen. Als er echter niet voldoende saldo op de rekening staat, kunnen de kosten niet worden afgeschreven. Het is niet zo dat de directeur of de financiële administratie in de gaten houdt wanneer er voldoende saldo
op
de rekening staat en dan afschrijft. Het systeem heeft geen signaalfunctie. Het is klagers verantwoordelijkheid om voldoende saldo op zijn rekening te houden. Desgevraagd heeft de directeur geantwoord dat de financiële administratie het weekloon
uitbetaalt.

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is van mening dat de toegekende tegemoetkoming te laag is maar hij heeft er genoegen mee genomen en geen beroep ingesteld. In de periode dat geld kon worden afgeschreven voor het herhalingsonderzoek is er tweemaal een weekloon gestort en was er
voldoende saldo om de kosten voor het herhalingsonderzoek af te schrijven. Klager kon zelf weinig doen. Hij kan zelf geen betaling van zijn rekening laten afschrijven. Hij dacht dat de gegeven machtiging volstond en ging ervan uit dat de kosten zouden
worden afschreven. Hij heeft tweemaal gemeld aan de bewaarder [...] dat hij voldoende saldo had om de kosten te laten afschrijven en dat desondanks de kosten niet waren afgeschreven. De bewaarder zei dat hij niets moest zeggen. Klager kon daar weinig
mee. De bewaarder had telefonisch contact moeten opnemen met de financiële administratie of de directeur.

3. De beoordeling
De kosten voor een door klager gewenst herhalingsonderzoek zijn niet afgeschreven van klagers rekening-courant en om die reden heeft geen herhalingsonderzoek plaatsgevonden.
De beroepscommissie is van oordeel dat onder de gegeven omstandigheden het weliswaar aan klager is om voldoende saldo op zijn rekening te houden maar dat de directeur, die door klager gemachtigd was om de kosten af te schrijven van diens
rekening-courant, de kosten tevoren had kunnen inhouden op klagers arbeidsloon. Voorts is door de directeur niet weersproken dat klager in de periode, die hem gegund is om voldoende saldo op zijn rekening te hebben, daadwerkelijk een aantal malen
voldoende saldo op zijn rekening heeft gehad. Ook is niet betwist dat klager gemeld heeft bij een personeelslid dat hij voldoende saldo op zijn rekening had, dat desondanks de kosten voor het herhalingsonderzoek niet zijn afgeschreven en dat klager van
het personeelslid het advies heeft gekregen om er verder over te zwijgen.
Gelet op het bovenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard, met wijziging van de
gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. C.J.G. Bleichrodt en mr. H. Heijs, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 10 mei 2007

secretaris voorzitter

Naar boven