Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/5618/GM, 30 november 2020, beroep
Uitspraakdatum:30-11-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer          R-19/5618/GM            

           

Betreft [klager]            Datum 30 november 2020

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klagers raadsvrouw, mr. D.N.A. Brouns, heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsartsvan de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich over het niet verstrekt krijgen van bijsluiters bij medicatie.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en […], inrichtingsarts en […], hoofd zorg, gehoord op de zitting van 25 augustus 2020 in de penitentiaire inrichting (PI) Lelystad.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager krijgt nooit bijsluiters bij de medicatie verstrekt, ook niet als hij hierom verzoekt. Op de verpakking van de medicatie staat de aanwijzing om de bijsluiter goed te lezen. Klager heeft meermaals getracht de klacht met de medische dienst te bespreken. De medische dienst heeft klagers klacht onvoldoende serieus genomen en onzorgvuldig gehandeld. Door geen bijsluiter te verstrekken is de zorg niet van dezelfde kwaliteit als in de samenleving. Klager ziet niet in waarom een gedetineerde niet standaard over de bijsluiter zou mogen beschikken en waarom dit tot meer verwarring bij een gedetineerde zou zorgen dan bij een niet-gedetineerde. Met een bijsluiter kan een gedetineerde alert reageren op bijwerkingen. Klager verzoekt de RSJ zijn beroep gegrond te verklaren, de nodige actie te ondernemen en hem financieel te compenseren.

 

Standpunt van de inrichtingsarts

Klager heeft een terechte opmerking. Bijsluiters zijn altijd bij de afdeling Zorg op te vragen als er vragen over (het gebruik van) medicatie zijn. Voorheen werd bij een nieuw voorschrift de bijsluiter bijgevoegd. Dit beleid is weggezakt en zal weer opgepakt worden.

Iedereen heeft recht op een bijsluiter bij de medicatie. Dit is lange tijd niet standaard gedaan, omdat de leesbaarheid van een bijsluiter nog wel wat te wensen over laat en omdat dit voor een deel van de populatie in de PI meer onrust oplevert dan dat het als prettig, informerend of geruststellend wordt ervaren. Omdat de medicatie niet in een doosje maar in een baxterrol geleverd wordt, zit een bijsluiter niet standaard bij een medicatielevering. Op aanvraag wordt altijd de bijsluiter geleverd. Met de artsen is afgesproken dat bij het voorschrijven van nieuwe medicatie altijd gevraagd zal worden of het gewenst is de bijsluiter mee te leveren. Indien dit het geval is, zal dit door de apotheek met de medicatie meegestuurd worden. De arts licht toe dat als hij medicatie voorschrijft, hij uitleg geeft over de bijwerkingen.

 

3. De beoordeling

Klager stelt dat hij, ook als hij daar om verzoekt, geen bijsluiter bij de medicatie krijgt geleverd. De inrichtingsarts erkent klagers klacht in zoverre, dat het beleid de bijsluiter bij nieuwe medicatie en op aanvraag te verstrekken niet is gevolgd.

De beroepscommissie merkt op dat de bepalingen in de Geneesmiddelenwet (artikel 69, tweede lid) en het Besluit geneesmiddelenwet (artikel 7, tweede lid aanhef en onder e) eisen stellen aan de fabrikant van geneesmiddelen en de apotheker tot het leveren van bijsluiters bij de medicatie en het erop attenderen van de patiënt dat de bijsluiter moet worden geraadpleegd, indien de verpakking een bijsluiter bevat. Hoewel de primaire verantwoordelijkheid bij de fabrikant en de apotheker ligt, heeft naar het oordeel van de beroepscommissie de medische dienst de verantwoordelijkheid gedetineerden te informeren over de aanwezigheid van bijsluiters en deze, indien aanwezig, aan hen te verstrekken. Nu dit in het geval van klager niet is gebeurd, dient het beroep gegrond te worden verklaard.

De beroepscommissie ziet in de gegrondverklaring van het beroep voldoende genoegdoening voor klager en ziet geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.

Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

 

Deze uitspraak is op 30 november 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, drs. K.M.P.A.M. Habryka en drs. P.J.M. van Puffelen, leden, bijgestaan door mr. R. Kokee, secretaris.

      

secretaris        voorzitter

Naar boven