Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0366/GB, 24 april 2007, beroep
Uitspraakdatum:24-04-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/366/GB

Betreft: [klager] datum: 24 april 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 februari 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager ongegrond verklaard.
Het bezwaarschrift is gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Grave.

2. De feiten
Klager is sedert 5 december 2005 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) Zutphen. Op 28 februari 2007 is hij geplaatst in de gevangenis Grave, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager geeft aan dat hij geen ontkennende houding heeft. De reden dat hij niet in aanmerking komt voor het traject Terugdringen Recidive (TR) is dat hij een lage score had op de Risico Indicatie Schalen (RISc). In het h.v.b. Zutphen volgde klager een
opleiding die hij in de gevangenis Grave waarschijnlijk niet kan afmaken. Daarnaast is het voor zijn vrouw zo goed als onmogelijk om hem wekelijks in Grave te bezoeken. De kosten van openbaar vervoer zijn voor haar niet op te brengen. Het h.v.b.
Zutphen
ligt op 30 kilometer van haar woonhuis. Nu kan ze worden gebracht en gehaald. De gevangenis Grave ligt op 110 kilometer afstand van haar woonhuis en de mogelijkheden van brengen en halen zijn daarom zeer beperkt.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Bij klager is een RISc afgenomen. Hij scoort laag op recidivegevaar, omdat hij een ontkennende verdachte is. Vanuit het Coördinatiebureau TR is aangegeven dat een herdiagnose na veroordeling in hoger beroep hierin geen verandering zal brengen, waardoor
hij niet tot de doelgroep van TR-kandidaten behoort. Klagers functioneren in de inrichting is naar behoren en zijn fictieve einddatum is 4 december 2009. Hij wordt dan ook voorgesteld voor een regime van algehele gemeenschap en een normaal
beveiligingsniveau. Hij heeft zelf voorkeur uitgesproken voor de gevangenis Zutphen. Op 26 januari 2007 is klager geselecteerd voor de gevangenis Grave, waar hij op korte termijn ook daadwerkelijk kon worden geplaatst. Op 28 februari 2007 is klager in
de gevangenis Grave geplaatst. De gevangenis Zutphen is een kleine gevangenis met een aanzienlijke wachtlijst. Met name personen met een TR-traject worden voor deze inrichting geselecteerd. Nu klager geen TR-kandidaat is, heeft de selectiefunctionaris
de juiste capaciteitsbenutting laten prevaleren boven de voorkeur van klager. Klager heeft in zijn bezwaar aangevoerd dat hij geen bezoek zal ontvangen, omdat de afstand te groot is. De afstand Grave-Aalten is een acceptabele afstand.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Grave is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De selectiefunctionaris geeft aan dat de invloed van het feit dat klager zijn delict ontkent bij de inschatting van het recidivegevaar, de reden is dat klager geen TR-kandidaat meer is. Daarom kan plaatsing in Zutphen ook niet aan de orde zijn.
Nu uit de aan de beroepscommissie overgelegde stukken echter niet steeds kan blijken dat klager ook thans ontkent, komt aan de motivering van de beslissing van de selectiefunctionaris de grond te ontvallen. Daarom zal het beroep gegrond worden
verklaard.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak, binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. G.J. Fleers en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 24 april 2007

secretaris voorzitter

Naar boven