Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0089/GM, 20 april 2007, beroep
Uitspraakdatum:20-04-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/89/GM

betreft: [klager] datum: 20 april 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de locatie Nieuwegein,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 5 januari 2007 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 maart 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. J. Michels.

De inrichtingsarts verbonden aan de locatie Nieuwegein is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 21 november 2006, houdt in dat klager onvoldoende nazorg is geboden na een hersenbloeding.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Door en namens klager is de klacht als volgt toegelicht.
De inrichtingsarts heeft klager op 14 november 2006 gezegd dat 90% hersteld zou kunnen worden, maar dat klager daar wel wat voor moest doen. De laatste 10% is mogelijk verlies. In de medische gegevens is dit anders geïnterpreteerd. Klager heeft dit
niet
eerder kunnen aangeven. Het heeft een tijd geduurd voordat hij dit onder woorden kon brengen. In de periode van 14 november 2006 tot 22 november 2006 is een conflict ontstaan over medicatie. Klager heeft pas na ongeveer zes weken medicatie gekregen.
Voor het eerst is toen ook geconstateerd dat zijn bloeddruk te hoog was. Hij kon bijna niet lopen en praten. Ondanks de medicatie daalde de bloeddruk niet. De Metoprolol is toen verdubbeld en Hydrocholoorthiazide en Enalapril kwamen erbij. Dat ging
niet
goed. De medicatie is tot twee keer toe niet goed gegaan. Klager is op 7 december 2006 drie dagen gestopt met medicatie en heeft daarvoor toen getekend. De tweede keer dat hij stopte, heeft hij daarvoor niet getekend. Na een paar dagen heeft hij de
medicatie weer hervat. Volgens de medische dienst zou de gestoorde leverfunctie veroorzaakt kunnen worden door het drinken van veel alcohol maar dit is niet mogelijk in detentie. Klager heeft van twee bloedonderzoeken geen uitslag gekregen.
Klager is inmiddels overgeplaatst naar de locatie Maashegge. De inrichtingsarts van Maashegge heeft zijn bloed laten controleren op cholesterol en klager gebruikt nu cholesterolverlagende medicatie. Zijn cholesterolwaarde kan van invloed zijn geweest
op
de hersenbloeding. In het medisch dossier wordt de indruk gewekt dat klager na de hersenbloeding alleen maar op krachten hoefde te komen en dat er kennelijk geen uitvalsverschijnselen waren. Hij zou normaal functioneren en alleen psychologische hulp
nodig hebben om de hersenbloeding te kunnen verwerken. Verwerken is maar één onderdeel. Voorheen was klager een sterke man.
Je hoort in de inrichting dezelfde behandeling te krijgen als buiten de inrichting en dat is niet gebeurd. Van de bijsluiter bij zijn medicatie kreeg hij maar drie van de vijf bladzijden. Toen hij om de overige twee bladzijden vroeg, kreeg hij een heel
pakket over wisselwerking tussen de verschillende soorten medicatie.
Er is een MRI-scan gemaakt in het Bronovoziekenhuis maar klager heeft daarvan nooit de uitslag gezien of vernomen. De behandelend neuroloog heeft de MRI-scan moeten opvragen. In april 2007 zal opnieuw een MRI-scan gemaakt worden in Utrecht. In de
hersenen is iets gevonden dat mogelijk littekenweefsel is. Als het iets anders mocht zijn dan is het niet operabel.
Het verbaast klager dat er blijkbaar twee versies zijn van zijn medisch dossier. Uit de versie, die bij de stukken is gevoegd, ontbreekt de passage over het penitentiair ziekenhuis. Inmiddels is zijn bloeddruk 125/85.

De inrichtingsarts heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de medisch adviseur, niet nader toegelicht. Dit standpunt luidt als volgt.
Klager heeft een hersenbloeding gehad en is direct met spoed naar het ziekenhuis gestuurd. Daarna heeft hij tijdelijk een drain gekregen, welke na een week is verwijderd. Klager had toen geen uitvalverschijnselen meer. Zijn spieren functioneerden weer
normaal. Tot 19 september 2006 heeft hij nabehandeling gekregen in het penitentiair ziekenhuis. De inrichtingsarts heeft klager op 20 september 2006 gezien en klager heeft hem bedankt voor het snelle optreden op het moment van de hersenbloeding. Met
betrekking tot de nabehandeling is er contact geweest met neuroloog en revalidatiearts. Er is geen medische indicatie voor verdere revalidatie. Gesprekken met de psycholoog kunnen klager helpen om het ziektebeeld te verwerken. Van belang is dat klagers
bloeddruk onder controle wordt gehouden. Klager heeft voldoende nazorg gekregen.

3. De beoordeling
Uit de stukken, waaronder het medisch dossier, en de behandeling ter zitting is gebleken dat klager na een hersenbloeding regelmatig onderzocht is door de inrichtingsarts, zijn bloeddruk is met grote regelmaat gemeten en zijn medicatie is daarop
afgesteld. Daarbij is telkens adequaat gereageerd op klagers klachten. Voorts is hij voor verdere revalidatie aangemeld bij De Hoogstraat. Klager had, zo kan worden vastgesteld, een ander beeld van de wijze van revalidatie, doch dat beeld vindt geen
grondslag in de medische bevindingen. De beroepscommissie is van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts derhalve niet kan worden aangemerkt als onzorgvuldig en in strijd met de in artikel 28 Pm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden
verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en F.M.M. van Exter, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 20 april 2007

secretaris voorzitter

Naar boven